Profeten die Brood eten?

Hoofdstuk 1: Het lezen van theologische thrillers

door

Joël Valk

 

 

 

Samenvatting: Een vloed aan christelijke romans bereikt geïnteresseerden in Nederland. Namen als Peretti en Tim LaHaye klinken ook in ons kikkerland. Dergelijke literatuur beïnvloedt christenen in hun denken, maar zou ook beoordeeld moeten worden op hun esthetische kwaliteiten. Zijn deze romans werkelijk van leeswaardig niveau? Met dergelijke vragen gaat de auteur van start.

 

Navigatietips:

Algemene disclaimer: zie onderaan


Copyright © 2001, Joël Valk

Inhoud

 

   


“And what are you reading, Miss-?” “Oh! It’s only a novel!” replies the young lady; while she lays down her book with affected indifference, or momentary shame. “It is only Cecilia, or Camilla, or Belinda”; or, in short, only some work in which the greatest powers of the mind are displayed, in which the most thorough knowledge of human nature, the happiest delienation of its varieties, the liveliest effusions of wit and humour, are conveyed to the world in the best chosen language.”

Jane Austen1

Waarom lezen we romans? Wat zorgt ervoor dat wij mensen boeken lezen? Waarom laten we ons bedriegen door letters? Waarom laten we ons meevoeren naar plaatsen die nooit hebben bestaan en nooit zullen bestaan? Hoe komt het toch dat door de eeuwen heen karakters als Goethes Werther, Dickens’ Fagin, en Cervantes’ Don Quichotte zo tot de verbeelding spreken dat er nog steeds nieuwe interpretaties in wat voor vorm ook, zij het een nieuwe roman, een literairhistorisch vertoog, of een film van verschijnen? Ik zal u het antwoord op deze vragen schuldig moeten blijven. Hierop trachten anderen antwoorden te vinden. Maar dat fictie in welke vorm ook mensen al eeuwen bezig houdt, staat vast.

In christelijke kringen van vandaag zijn er echter geen Werthers meer om droevig over te zijn, Fagins die laten zien hoe het kwaad werkt, of Don Quichottes om je vrolijk over te maken. Er wordt niet meer toegevoegd aan de wolk van fictieve getuigen die wij rondom ons hebben; althans, niet als het succes van de in dit artikel besproken werken maatstaf wordt voor wat er door christelijke uitgevers aan het publiek aangeboden wordt.

Geen hemelbestormers

Hoewel de meeste boeken van dat genre de hemel in geprezen worden, zal weinig ervan de tand des tijds, laat staan de eeuwigheid, kunnen doorstaan. Laten we als voorbeeld het oeuvre van Peretti nemen. In zijn eerste twee boeken, Duisternis aanwezig en Licht door de duisternis wordt de zogenaamde geestelijke strijd die iedere gelovige moet voeren geheel aangepast aan de beeldcultuur van de huidige tijd. De representatie van engelen, als symbolen van goed en kwaad, is hier tot een waardeloos minimum gedaald.2 Ikzelf, van een nog jongere generatie dan Peretti en opgegroeid in een tijd waarin tekenfilmseries hoogtij vierden, kon geen treffender vergelijking vinden voor de engelen en demonen uit zijn eerste boeken dan personages als He-man en Skelletor uit de tekenfilmserie He-Man and the Masters of the Universe.3

In De Profeet was het gedaan met een dergelijke geestelijke strijd. Personages leverden vooral strijd in de zichtbare wereld, maar waren helaas flinterdun. De oudtestamentische profeten, die toch als voorbeeld hadden gediend (met name Elia), zijn zelfs in de 17e eeuwse Statenvertaling spannender, levensechter en interessanter voor ons dan de hoofdpersonen John Barret sr. en jr.

Omdat tot dan toe alleen christenen uit de voeten konden met de thema’s werd met De Eed een nieuwe weg ingeslagen. Ook niet-christenen moesten kunnen begrijpen wat ons christenen nou zo bezig hield.4 Gevolg was wel dat zo’n beetje alle clichés uit het griezelverhalengenre om de hoek kwamen kijken.5 De Eed had als thema de macht die de zonde (in de roman uitgebeeld door een draak) uitoefent in ons leven. Hier bleek Peretti vooral in vakkundigheid tekort te schieten. Een spannend verhaal schrijven is iets anders dan duidelijk maken hoe zoiets ontastbaars als de zonde ingrijpt in een mensenleven. De roman was te realistisch van presentatie om de draak als symbool van, of allegorie op zoiets ingrijpends en ongrijpbaars als de zonde ten tonele te voeren. Een realistische presentatie die gebruikelijk is in thrillers heeft veel te weinig zeggingskracht om het venijn en het kwade van de zonde weer te geven.

Het lijkt erop dat Peretti zelf dit soort dingen ook wat beter is gaan beseffen. In zijn laatste roman, De Bezoeking, heeft hij getracht ook eens de andere kant van het hem bekende christendom te laten zien. Helaas is de wereld die hij in De Bezoeking daadwerkelijk grondig beschrijft, de wereld van het evangelische en pinkster-christendom. Evangeliserend, in de zin van het vertellen van de blijde boodschap is het boek daarmee echter niet geworden. Hij laat eerder een wereld zien die verscheurd wordt door bijgeloof en wereldvreemdheid. Andere denominaties dan evangelische en pinksterkerken komen wel aan bod (zelfs de katholieke), maar vaak in negatieve zin.

Dan heb ik het hierboven alleen nog maar gehad over de algemene implicaties van de boeken.

Het artistieke niveau is namelijk zo slecht dat het mij verbaast dat ik er in nog geen enkele Nederlandse recensie een opmerking over ben tegengekomen. Terwijl ook dat in de beoordeling of iets moreel goed of verwerpelijk is, meegenomen dient te worden.

Over het algemeen worden personages geïntroduceerd met een of twee vage uiterlijke kenmerken, die zo stereotiep zijn dat de beschrijving van ‘geboren verteller’, die wel vaker aan Peretti verleend wordt, volkomen misplaatst is. Het zijn geen personages die de interesse wekken. Niet vanwege uiterlijke kenmerken, niet vanwege denkbeelden die ze er op nahouden, en zeker niet vanwege hun geschiedenis, want die hebben ze nauwelijks.

Ook is er nauwelijks sprake van een ontwikkeling. Personages (en daarmee de lezers) hebben aan het eind nauwelijks iets geleerd van de gebeurtenissen die ze zijn overkomen. Ervaringen hebben ze genoeg, niet alleen spannende, maar ook religieuze. Deze komen er in het kort op neer dat wat voor afschuwelijke dingen er ook mogen gebeuren, God laat zien dat Hij er is. Meestal gebeurt dat op spectaculaire wijze.

Betekenisclaims

Waarom ik de romans zo kritisch beoordeel, alsof het zou gaan om literatuur van de allerhoogste plank en niet om simpele, alledaagse, en voor een literaire analyse volledig oninteressante thrillers, die het eigenlijk zijn? Welnu, de betekenis die aan de romans wordt toegekend en de pretenties die de auteurs hebben, is zodanig dat je verwacht te maken te hebben met literatuur die zware thema’s op een diepgravende manier aan wil pakken. “Voor het geval u zich af vroeg. Deze roman is geen nadrukkelijke uiteenzetting van een godsdienstige leerstelling, maar een verzonnen verhaal, dat een geestelijke waarheid in een symbolische vorm wil doorgeven.” (Peretti, voorin het boek De Profeet), “... een profetische roman...” (uitgeverspraatje achterop hetzelfde boek), “Randy Alcorn is a walking resource library guided by godly wisdom. Like his nonfiction, this novel is for clear thinkers who enjoy a good argument. There can be no mistaking-and there should be no ignoring-the vital message of this book.” (Peretti in de Amerkaanse uitgave van het boek Deadline van Randy Alcorn), “I could not put Deadline down. I am a bookworm and seldom find reading material which captures me as this did. I intend to reread it shortly as I am sure I did not even scratch the surface of what it contains.” (een van de 54 (!) lezersreacties op Deadline en Dominion van Alcorn, die in dezelfde uitgave als de vorige uitspraak staan afgedrukt).6 Uitspraken die toch wel duidelijk maken hoe de boeken opgevat worden, en dat is toch heel iets anders dan redelijk is bij thrillers. Je mag er bij dit soort pretenties en toekenningen van betekenis dan toch ook hoge eisen aan stellen, is mijn idee. Daarom is het des te teleurstellender dat het boeken zijn die veel pagina’s tellen, boeken waar je als het ware je tanden in kunt zetten, maar die nergens een heerlijke gekruide geur, een juiste combinatie en hoeveelheid van ingrediënten, of een verrassende en tong-strelende vulling hebben, waaruit blijkt dat de auteurs net als chef-koks bij sterrenrestaurants niet alleen vakmanschap bezitten, maar ook hun uiterste best gedaan hebben om de lezer iets moois en goeds en bovenal smaakvols voor te zetten.

Dat Frank Peretti dat zelf eigenlijk wel graag wil gaf hij al aan in het interview met het christelijke World Magazine. Hij zegt onder meer: “I don’t know if I’ll ever become that great of a writer that I could actually write what could be called literature. But I’d like to see how close I can get.”7 Andere christelijke auteurs hebben echter vaak een andere ambitie zoals in hoofdstuk twee zal blijken.

Joël Valk studeert Vergelijkende Kunstwetenschappen: Woord en Beeld aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. 

Noten bij hoofdstuk 1

1)    Austen, Jane, Northanger Abbey, Penguin Books, Harmondsworth, 1994 (1st ed. 1818), p. 25

2)    Het is opvallend hoe serieus C.S. Lewis bijvoorbeeld is over het gebruik van dit soort symbolen. In het voorwoord van zijn Brieven uit de hel schrijft hij: “De symbolen in de letterkunde zijn gevaarlijker omdat me  ze niet zo gauw als symbool herkent. Die van Dante zijn de beste. Voor zijn engelen staan we in eerbiedige vrees. Zijn duivelen zijn, zoals Ruskin terecht opmerkt, in hun woede, wrok en liederlijkheid veel meer zoals ze werkelijk moeten zijn dan wat ook bij Milton. Miltons duivelen hebben door hun pracht en grote poëtische allure veel kwaad gedaan en zijn engelen hebben veel te danken aan Homerus en Rafaël. Maar werkelijk verderfelijk is het beeld van Goethe’s Mefistofeles. Faust en niet hij, is het die de meedogenloze, slapeloze, zure ik-gerichtheid vertoont die het kenmerk is van de hel. De grappige, beschaafde, buigzame Mefistofeles heeft er toe bijgedragen de illusie te versterken, dat het kwaad bevrijdend werkt.” Lewis, C.S., Brieven uit de hel, W. ten Have, Amsterdam, 1965, p. 9

3) In een interview met Frank Peretti in het Amerikaanse christelijke magazine World wordt hierover het volgende opgemerkt: “Mr. Peretti (...) had the idea for This present darkness when Star Wars and Superman hit the screens in the 1970s. Why couldn’t there be a similar superaction spectacle based on angels and demons flying around, dealing with genuine spiritual conflict?” Veith, Gene Edward, ‘This present (and future) Peretti’, ‘World Magazine’ 25 Oktober 1997, http://www.worldmag.com/world/issue/10-25-97/cover_1.asp (06-08-01)

4) Zie hetzelfde interview

5) Een opmerking van Mario Praz over de zogenaamde ‘gothic novels’ (de voorlopers van de hedendaagse griezelverhalen) laat zien hoe opmerkelijk weinig De Eed verschilt van deze ‘gothic novels’: “De thematiek van de ‘gothic novel’ is op de volgende wijze samengevat door Jane Lundblad: Een inleidend verhaal om een oud manuscript te voorschijn te halen waarin de gebeurtenis verteld wordt, een gigantisch kasteel dat een sinistere achtergrond vormt met zijn geheime gangen en een ingewikkeld onderaards gangenstelsel, een geheimzinnig misdrijf dat meestal in verband staat met een verboden of incestueuze liefde en dat begaan is door een geestelijke (...) die zich heeft overgeleverd aan de duivel, die hem aan het einde in een afgrond smijt; geesten, heksen, tovenaars, een natuur die samenzweert om beangstigende en verbijsterende effecten te creëren, portretten die begiftigd zijn met een geheimzinnig leven, beelden die plotseling beginnen te bloeden...” Praz, Mario, Het verdrag met de slang, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1986 (oorspr. uitgave: 1972), p. 34, 35. Bij De Eed ontbreken de heksen en tovenaars en de portretten en beelden die begiftigd zijn met leven. Waar hierboven sprake is van een kasteel met gangen is in De Eed sprake van een uitgestorven mijnwerkersstad met verlaten gangen. Men heeft zich in De Eed overgeleverd aan de zonde, een draak. Deze draak heeft een geheimzinnige mogelijkheid om zich via camouflage te verbergen (vergelijk de samenzwerende natuur), daarboven nog een mysterieuze macht over de mensen, die hem letterlijk aanbidden. Dit geheim wordt door de hoofdpersoon langzaamaan ontrafeld met gebruikmaking van 19e eeuwse dagboekfragmenten en dergelijke. Hierin blijkt dat aan het begin van de hele geschiedenis een dominee wordt beschuldigd van mishandeling van en ontucht met een animeermeisje onder invloed van kwade geesten.

6) Peretti, Frank, De Profeet, Novapres, Apeldoorn, 1993; Alcorn, Randy, Deadline. A novel, Multnomah, Sisters, Oregon, 1994

7) Veith, Gene Edward, ‘This present (and future) Peretti, ‘World Magazine’ 25 Oktober 1997, http://www.worldmag.com/world/issue/10-25-97/cover_1.asp (06-08-01)

© Joël Valk, Amsterdam, augustus 2001.


Aantal bezoekers sinds 8 juni 2001:


UNIVERSI FINIS VERITAS!

 

Pagina Layout: Copyright © 1998-1999 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 8 juni 2001
Pagina bijgewerkt op:

Algemene disclaimer:
Het is de bedoeling van de stichting Europese Apologetiek (verder aangeduid met: "de stichting") om wetenschap en onderzoek te bevorderen. Het is geenszins de bedoeling van de stichting of van de evtl. auteurs van artikelen om mensen te kwetsen of hen een slechte naam te geven, maar integendeel te helpen qua rationele inzichten en te waarschuwen voor mogelijke gevaren, zoals sekten en andere dubieuze bewegingen. De inhoud van de artikelen, recensies, enz. vertegenwoordigt de mening van de auteurs en niet per se van de stichting. 
M.b.t. het toeschrijven van sommige (bijv. sektarische, onethische, irrationele, bijgelovige, occulte, enz.)  eigenschappen aan bepaalde groepen, stromingen of individuen op webpages van deze site: het gaat hier alleen om meningen en niet om stellingen van juridische kracht; er wordt alleen aangegeven dat er mogelijkheid is voor het toewijzen van die eigenschap(pen) aan de genoemde groepen. Dit geldt ook voor de keuze van links naar andere sites, of links naar offsite artikelen. 
Hiermee bent u, bezoeker van deze site, erop attent gemaakt dat de pagina's en de links op deze site, u kunnen confronteren met kritische meningen. Het is geheel uw eigen verantwoording als u ervoor kiest om verder te gaan kijken en de stichting stelt zich hiervoor niet aansprakelijk.