Door
Willem Vreeken
Navigatietips:
Samenvatting: Een aantal argumenten die pleiten voor de lichamelijke opstanding van Jezus uit de dood.
Dit artikel is een uiteenzetting van één van de
belangrijkste onderwerpen van het Christelijke geloof: De
opstanding van Jezus uit de dood. Omdat hier al duizenden boeken
en artikelen over geschreven zijn, zal dit artikel veel te kort
zijn om alle argumenten en gedachten die hierover bestaan te
bevatten. Daarom is dit artikel meer inleidend, dan dat het op
alle vragen antwoorden geeft. Er zal op dit onderwerp
voortgebouwd worden in andere artikelen op deze site.
Waarom is dit onderwerp belangrijk?
In het Nieuwe Testament wordt er veel geschreven over de
opstanding, ik citeer twee teksten:
Paulus schrijft in Rom 10:9 - "Want indien gij
met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft,
dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden
worden"
In 1 Cor 15 : 12-14 - "Indien nu van Christus
gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen
sommigen onder u er toe te zeggen, dat er geen opstanding der
doden is? Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook
Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan
is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook
uw geloof.". Paulus schrijft hier tegen mensen, die uit
reactie tegen de Joodse opstandingsleer de voorstelling van een
onsterfelijke ziel koesterden en het lichaam beschouwden als een
kwaad of als minderwaardig.
Later schrijft hij in vers 32: "Indien er geen
doden worden opgewekt, laten wij eten en drinken, want morgen
sterven wij.", hij wil aangeven dat in Jezus'
opstanding de opstanding van alle doden ligt verankerd, ook die
van ons.
Waarom is het nog meer belangrijk dat Jezus opstond uit de
dood? Omdat Jezus door Zijn lichamelijke opstanding, naast al de
wonderen die Hij gedaan heeft, doorslaggevend bewees dat Hij God
was, geïncarneerd in Jezus als mens (dit is op zich al een heel
artikel waard, maar daar wil ik nu niet op in gaan). Jezus
voorspelt trouwens in Zijn missie-prediking verschillende malen
dat Hij zal opstaan:
Matt.12:40 - "Want gelijk Jona drie dagen en drie
nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des
mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie
nachten."
Marc 8:31 - "En Hij begon hen te leren, dat de Zoon des
mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en
de overpriesters en de schriftgeleerden, en gedood worden en na
drie dagen opstaan."
Jezus deed een zeer risicovolle voorspelling over Zijn eigen
opstanding. De filosoof Karl Popper heeft eens gezegd dat wanneer
een voorspelling is vervuld, het een bewijs is van de theorie.
Als het niet uitgekomen was wat Jezus had gezegd dan was Hij óf
allang vergeten óf Hij had veel minder invloed gehad dan nu.
Waarom deze verstandelijke benadering van dit onderwerp? Aan de ene kant heeft geloof te maken met hopen en met vertrouwen. Anderzijds is het geloof niet blind, zonder het verstand (dat zou heel onbijbels zijn): "Gij zult de Here, uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met GEHEEL uw verstand". - Mattheus 22:37. Het meer verstandelijk bestuderen van de geschiedenis is een belangrijk aspect van het geloof: Jezus leren kennen in Zijn cultuur en in Zijn tijd: Wat is er werkelijk bekend van Hem? Wie was Hij? Wat kan de archeologie bijdragen aan onze kennis van Jezus vanuit de Bijbel? en andere belangrijke vragen.
Het is niet mogelijk een scheiding maken tussen de Christus van het geloof en de Jezus uit de geschiedenis. Te veel christenen doen dat, door gewoon te geloven. Voor veel sceptici is dat niet aanvaardbaar. Want wie is de Christus van het geloof? De Christus van het Nationaal Socialistisch Duitsland, de Christus van de extremisten onder katholieken en protestanten in Noord-Ierland, de Christus van de Mormonen, Jehovah-getuigen, Jim Jones of David Koresh? De Christus van een collega? Iedereen zal oprecht overtuigd zijn van zijn Christusbeeld en men laat de ander verder met rust. Dat gebeurt omdat men in deze tijd snel in de valkuil van het postmodernisme stapt, met het idee dat ieder zijn eigen subjectieve werkelijkheid schept, en dat ieder gevangen in de taal geen objectieve werkelijkheid meer buiten zichzelf kan onderzoeken en leren kennen.
De historische Jezus en de Jezus van het geloof zijn niet te scheiden. De Jezus van het geloof was een mens in de geschiedenis, dat is een centraal gegeven van het Christelijk geloof. Er zijn mensen die beweren dat het gaat om de betékenis van Jezus voor Zijn aanhangers van tóen. Dit is niet in overeenstemming met wat Jezus wilde laten zien door Zijn leven, Zijn dood en Zijn opstanding aan alle mensen tot aan alle einden der aarde: Het is niet afgelopen met de dood, máár er is leven na de dood; de dood is door Jezus overwonnen! Over de verdere betekenis van de opstanding van Jezus is nog veel meer te zeggen, maar dat wordt verder in dit artikel uitgewerkt.
Nog een algemeen opmerking vooraf: Ik ga ervan uit dat het
Nieuwe Testament historisch betrouwbaar is (ik verwijs naar een
komend artikel op deze site). Tegenwoordig denken veel mensen dat
het om mythen gaat. In dit artikel ga ik uit van NT passages die
als historisch betrouwbaar worden aangenomen door de meeste
historici en theologen, ook liberale theologen.
Bij een kritisch mens die naar waarheid zoekt met betrekking tot het Christelijk geloof, zal deze als een van de eerste belangrijke vragen stellen: Heeft iemand letterlijk Jezus' lijk levend zien worden? In deze tijd van moderne filmcamera's zou iets dergelijks mooi vastgelegd kunnen worden, en zou iedereen hét bewijs dat zo iets wonderbaarlijks kan gebeuren gaan geloven. Maar was er toen iemand bij? Het antwoord hierop is: nee. Voor mensen die nu zullen denken: "Als niemand er echt bij geweest is, dan kan ik mijn geloof wel weggooien...", wil ik het volgende opmerken: om te kunnen weten dat Jezus werkelijk is opgestaan, moet Hij eerst door de kruisiging werkelijk dood geweest zijn (N.B. Ik zal in dit artikel niet de discussie rondom Zijn werkelijk sterven bespreken), hier waren mensen bij! Na Zijn dood, moet Hij dan in levende lijve door anderen zijn gezien, aangeraakt, gehoord, geroken enz.. Om de waarheid rondom Jezus' opstanding te kennen, hoeft er in principe niemand bij het moment geweest te zijn, dat Zijn hart weer ging kloppen, Zijn longen, nieren, schildklier, darmen enz. weer gingen werken. Dan had iemand Zijn pols moeten vasthouden, de pupilreflex moeten bepalen, een elektro-encephalogram (EEG) van Zijn hersenen moeten maken, enzovoort.
Bij het nadenken over dit onderwerp, is het belangrijk te
realiseren met welke vooronderstellingen men denkt: Is er de
openheid voor de mogelijkheid dat een dood lichaam weer levend
kan worden, door welke macht of intelligentie dan ook
veroorzaakt?
Is er enkel de beslotenheid van het wetenschappelijk paradigma 1,
welke op vooronderstellingen gebaseerd is die buiten het
wetenschappelijk paradigma zelf vallen, of is er de openheid voor
alle waarheid? Ik ben zelf wetenschapper/arts en ben zelf nog
steeds overtuigd van de lichamelijke opstanding van Jezus, zijn
maagdelijke geboorte enz., omdat er goede argumenten voor zijn.
Ik wil allereerst beginnen met twee citaten van twee mensen:
"Hoe meer we de traditie bestuderen ten aanzien van de
verschijningen, hoe steviger de rots blijkt te zijn op welke ze
zijn gebaseerd" - de skeptische Nieuwtestamenticus
Norman Perrin 2.
"Het is bijna onmogelijk te beweren dat aan de
historische wortels van het Christelijk geloof sommige
visioenaire ervaringen van de eerste Christenen liggen, welke zij
verstaan als verschijningen van Jezus, door God uit de dood
verrezen." - Dunn, professor godgeleerdheid aan de
Universiteit van Durham, Engeland 3.
Er zijn genoeg bewijzen zijn voor Jezus' opstanding. Dit in
tegenstelling tot bepaalde mensen die beweren, dat de discipelen
hallucinaties/visioenen/dromen hebben gehad en dat het lichaam
van Jezus ergens anders terecht is gekomen. Ik zal eerst mijn
aandacht richten op het onderwerp hallucinaties in relatie tot
Jezus' opstanding, vervolgens wil ik het hebben over het
wereldbeeld van de Joden, Jezus' vervloeking en de
grafroof en tot slot zullen nog acht andere argumenten de revue
passeren.
Het is nuttig iets te zeggen over de psychologie van hallucinaties, welke niet beantwoordt aan de beschrijvingen van de verschijningen van Jezus. Voor de volledigheid: hallucinaties zijn een verzamelnaam voor visioenen (zijn visueel), 'stemmen' (auditief, gehoor), enz.
Géén van bovenstaande kenmerken beschrijven adequaat de
Nieuwtestamentische ervaringen. Opvallend is dat de
verschijningen al na 40 dagen stoppen (Hand 1:3), met
uitzondering van de ervaring van Paulus. De discipelen waren
mannen die vele mogelijkheden hadden in de tientallen jaren
daarna om te reflecteren over het waarheidsgehalte van hun
ervaringen. Het is moeilijk te geloven dat de intelligente Paulus
(eerst vijand/skepticus van het Christelijk geloof) niet
nagedacht en gereflecteerd heeft over zijn ervaring van Jezus'
verschijning tijdens ontberingen, vervolgingen en meerdere keren
de dood voor ogen. Paulus schrijft aan Timótheüs: "Want
er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen
verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen
begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor
van de waarheid zullen afkeren en zich naar verdichtsels (=mythen,
sprookjes, fabeltjes, verzinsels, leugens) keren. Blijft gij
echter nuchter onder alles, aanvaard het lijden, doe het werk van
een evangelist, verricht uw dienst ten volle."- 2 Tim.4:3-5.
Een simpele hallucinatie kan hem en zoveel anderen niet
hebben veranderd, en hun motivatie zo lang hebben ondersteund. De
discipelen tonen te veel scepsis en nuchterheid ten aanzien van
de geruchten dat Jezus is opgestaan, om te denken dat het hier om
visioenen gaat:
De discipelen die de vrouwen niet geloven. Thomas geloofde ook
niet, hij was er niet bij toen Jezus aan de andere discipelen
verschenen was: hij wilde het pas geloven, als hij zijn vingers
in de littekens kon steken enz..: "Indien ik in zijn
handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in
de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal
ik geenszins geloven." - Joh.20:25 ......."Daarna zeide
Jezus tot Thomas: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en
breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelovig,
maar gelovig. Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en
mijn God! Jezus zeide tot hem : Omdat gij Mij gezien hebt, hebt
gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch
geloven." De discipelen veranderen in hele korte tijd:
na eerst allemaal op de vlucht te zijn gegaan toen Jezus werd
gevangen en gekruisigd, is het Petrus die na enkele weken na al
deze gebeurtenissen , midden in Jeruzalem, in het hol van de
leeuw, voor meer dan 3000 mensen een preek houdt. Petrus had
voorheen Jezus drie maal verloochend. Andere veranderingen: de
gevangenneming van apostelen, vanwege hun vrijmoedigheid over
Jezus; Paulus' ommekeer; de ommekeer van de broer van Jezus,
Jacobus, ook een skepticus tijdens het leven van Jezus: Josephus
de Joodse historicus uit de 1e eeuw beschrijft dat hij als
martelaar stierf voor zijn geloof in zijn broer, zie o.a. 1 Cor.
15:7; enz. (lees de geschiedenis van de vroege kerk in het boek
Handelingen). De meeste apostelen zijn om hun geloof in de
opstanding van Jezus gedood.
Over de mogelijkheid dat er sprake is van een massavisioen, wil ik het volgende opmerken: alle overleveringen, die we hebben, wekken de suggestie dat Jezus verscheen op verschillende tijden en verschillende plaatsen aan verschillende personen (met Paulus als laatste). Daarnaast nog de opmerking dat er normaal gesproken geen basis bestaat voor "besmettelijke" hallucinaties, wat het geval lijkt te zijn in de schriftelijke getuigenissen.
Nog een argument tegen hallucinaties: De
opstandingservaringen, met ook die van Paulus, worden nooit
"visioenen" (optasia) genoemd in de Evangelieën of
Brieven. Als er sprake is van visioenen in het Nieuwe Testament
dan wordt dat zo aangeduid: bijv. Lucas 24:23 - verschijning
van engelen ("optasian aggelon") , of Hand.26:19
- hemelse gezicht ("ouranio optasia") enz.
Over de predispositie door het wereldbeeld van de discipelen, vrouwen, inwoners van Jeruzalem, moet ingegaan worden op de Joodse gedachten in die tijd rond de opstanding. Deze vond altijd plaats aan het einde van de wereld, en niet op een bepaald moment voor het einde. Er was geen begrip of idee van geïsoleerde individuen die uit de dood opstonden. De opstanding werd gezien als een algemene opstanding van alle mensen. De opstanding werd gezien als een primitieve, fysieke manier van het opnieuw verzamelen van delen van vroeger doodgegane lichamen. Dit alles past niet in het beeld van Jezus' lichamelijke opstanding.
Verder valt op te merken dat het Joodse verstaan van visioenen
twee elementen bevat: ze werden verstaan als visioenen van mensen
die direct in de hemel werden opgenomen en niet een opstanding
van de doden, en in de Joodse traditie werden visioenen altijd
door individuen en niet door groepen ontvangen (zeker niet een
groep van 500, die nog steeds in leven waren op het moment dat
Paulus zijn brief aan Corinthe schrijft rond 50 na Christus, 1
Cor.15:6! skeptische lezers konden dat dus nachecken). De
opstanding van Jezus was dus cultureel gezien een vreemd concept,
en lag niet voor de hand om voor hallucinaties te dienen van zeer
veel mensen (Joden!). Wel is het belangrijk te wijzen op het
fysieke aspect van de opstanding in de Joodse gedachten in die
tijd. De Joodse Nieuwtestamenticus Pinchas Lapide heeft diverse
scholen met het Joodse gedachtegoed bestudeerd gedurende en voor
de Nieuwtestamentische periode en hij concludeerde dat alle
scholen overeen komen in hun begrip van een lichamelijke
opstanding. De Sadduceën ontkenden wel de opstanding, maar ze
beweerden wel dat als er een opstanding zou zijn, deze
lichamelijk zou zijn. Lapide: "Elk leven moet gezien worden
als lichamelijk en ruimtelijk." 4
(Dit wordt trouwens ook bevestigd door de archeologie, wat ik
hier nu niet verder uitwerk). Als er dus gepredikt werd kort na
de kruisiging, dat Jezus is opgestaan, moest het duidelijk zijn
dat zijn graf waar de fysieke Jezus ingelegen heeft leeg was.
Voortbouwend op de vorige alinea: In het Oude Testament in Deuteronomium 21:23 staat geschreven dat een gehangene aan een paal door God vervloekt was, het vers ervoor (22) gaat over een zonde waarop de doodstraf staat. Deze zonde had Jezus gedaan, waarop ook zijn vonnis geveld kon worden ("Hij is des doods schuldig" - Mattheüs 26:66) . De zonde van Jezus wordt ervoor genoemd: "En de hogepriester zeide tot hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God. Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij den Zoon des mens en zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende op de wolken des hemels. Toen scheurde de hogepriester zijn klederen (opmerking: Het scheuren van de kleren was een teken van rouw over dood en verderf. Deze kleren van deze hogepriester zullen ook heel mooi en duur geweest zijn) en zeide: Hij heeft God gelasterd! Waartoe hebben wij nog getuigen nodig? Zie nu hebt gij de godslastering gehoord. Wat dunkt u? Zij antwoordden en zeiden: Hij is des doods schuldig." Godslastering eiste volgens Joods recht dood door steniging met daarop volgende ophanging aan een hout, een kruis. Omdat de Romeinen (Pilatus) de macht hadden, konden alleen zij Jezus doden, dit deden zij naar hun gewoonte door kruisiging, ophanging aan een hout, een kruis (Deut. 21:23).
De Joden waren en zijn van mening dat de zielen van de
rechtvaardigen naar Abraham's schoot (het paradijs) gingen (lees
o.a. Lucas 16:19-31 waarin Jezus hierover spreekt), en
dat zij daar verblijven tot de algemene opstanding aan het einde
van de wereld. Als de discipelen (en anderen) hallucineerden dan
was de kans mijns inziens kleiner dat ze visioenen van Jezus in
Abrahams schoot zouden zien dan dat ze visioenen zouden hebben
van Jezus' vervloekt door God in het dodenrijk. (Jezus schreeuwt
aan het kruis: "Mijn God, Mijn God, Waarom hebt Gij Mij
verlaten?").
Maar als de discipelen en vrouwen toch overtuigd waren van zijn
goedheid, zondeloosheid enz.. dat Jezus ondanks zijn hangen aan
een hout toch niet vervloekt was door God (en die mogelijkheid
moet je openhouden) dan hadden ze zeker visioenen gehad van Jezus
die direct naar de hemel was gegaan, naar Abraham's schoot. Maar
over een dergelijk visioen, evenmin over een visioen van Jezus in
het dodenrijk, wordt nergens gesproken, dat is bijzonder. Het lag
zeer in de verwachtingen. Ik verwijs hierbij naar mijn punt twee
over de psychologie van hallucinaties 5.
Daarentegen wordt er wel gesproken over dat hij uit de doden is
opgestaan, dat velen hem zagen, hoorden en zelfs aanraakten of
betasten (zijn wonden) , hij at zelfs meerdere malen met hen om
te laten zien dat Hij geen geest was, maar een echt lichaam had
(ik zal enkele belangrijke teksten noemen die je kan lezen
hierover: Matt.28:1-10, 16-20, Marc.16:14-18, Lucas 24:13-49,
Joh.20:10-31, hst.21, Hand.1:4-8, 9:1-9, 1 Cor.15:5-8). En
pas na 40 dagen is Hij na de hemel gegaan, waarvan in de
Schriften wordt getuigd.
Dat er sprake zou zijn geweest van grafroof, is ook een
veelgehoord argument. Ik ga niet lang in op dit onderwerp:
Een belangrijk tegenargument is: grafroof lag niet in de aard van
de discipelen: ze hadden een hoog moreel gehalte, mede gelet op
wat ze drie jaren lang van Jezus geleerd hadden. Petrus schrijft
het volgende in zijn tweede brief : "Want wij zijn geen
vernuftig gevonden verdichtsels (=sprookjes, mythen,
fabeltjes, verzinsels, leugens) nagevolgd, toen wij u de
kracht en de komst van onze Here Jezus Christus hebben
verkondigd, maar zijn ooggetuigen geweest van zijn
majesteit."- 2 Petr.1:16. En als zijn volgelingen Hem
hebben weggenomen, bijvoorbeeld door een stuk of zes discipelen
die het lichaam van Jezus ergens anders heensjouwden en
verstopten, waarom verscheen Jezus dan aan zoveel meer mensen:
Maria Magdalena, Maria en andere vrouwen, de Emmaüsgangers, de
500 broeders, Thomas, Jacobus de broer van Jezus, Paulus en
anderen. Hoe konden zij het verhaal geloven, die lieden waren
niet gek dat ze alles van anderen zomaar aannamen, zij hadden ook
net als wij gewoon een gezond verstand. Zij wilden Jezus' lichaam
vast ook zien en bij "Hem" zijn, zoals ook echtgenoten
van partners die gestorven zijn graag naar het graf van hun
geliefden gaan om bij haar of hem te zijn (zie ook 'Andere
Argumenten' no.1). Het kon nooit geheim blijven waar het lichaam
van Jezus was verstopt, voor de Romeinen, Joden, het Sanhedrin en
anderen die het sprookje van de opstanding wilden stoppen (denk
aan Paulus die Jezus' kerk ging vervolgen en kapot maken). Dit
zogenaamde sprookje heeft wonder(!)baarlijk geresulteerd in wat
geworden is de grootste beweging uit de geschiedenis, gelet op
het aantal christenen ter wereld: rond de 2 miljard!) . Lees ook
het boek Handelingen dat in zijn geheel gaat over de beginperiode
van deze beweging, de kerk van Jezus Christus.
In Luc.24:12 staat dat de windsels nog
liggen in het lege graf, betekent dat dat ze Jezus uitgepakt
hebben en later weer ergens anders ingepakt? De discipelen zouden
zoiets nooit doen met een wegterend, misschien al stinkend lijk.
Het is onlogisch dat ze Jezus uitgepakt zouden hebben, want als
ze daarmee over straat liepen, herkenden de mensen zo Jezus, het
is ook onhygiënisch. (voorgaande klinkt misschien erg plastisch,
maar het is nodig om een voorstelling te maken wat er is
gebeurd).
Na de onderwerpen hallucinaties, wereldbeeld van de Joden, Jezus' vervloeking en grafroof besproken te hebben, nog een reeks belangrijke argumenten die pleiten voor Jezus' opstanding uit de dood:
1. In Israël van Jezus' tijd, bestonden er tenminste 50 graven van profeten of andere heilige personen, die als plaatsen van religieuze verering dienden. Er bestaan geen aanwijzingen dat er zulk een praktijk is geweest rond een graf waarin Jezus' lichaam lag. Dat valt goed te verklaren als Hij is opgestaan, dan ga je niet meer naar het graf om te kijken of het leeg is, en je gaat geen leeg, "dood" graf vereren, maar een levende Jezus, wat ook gebeurd is. Nu gaan er wel velen naar het graf in Jeruzalem waarin Hij gelegen zou hebben, en dat is niet verkeerd, zolang het graf op zich niet vereerd wordt.
2. Er is een sterk bewijs dat het graf, waar Jezus in lag, leeg was. Als je Mattheüs 28:11-15 leest: "Toen zij onderweg waren, zie enigen van de wacht kwamen in de stad om de overpriesters al het gebeurde te berichten. En in een vergadering met de oudsten kwamen zij tot een besluit en zij gaven de soldaten veel geld, en zij zeiden: Zegt, zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen. En indien dit de stadhouder ter ore komt, wij zullen het in orde brengen en maken dat gij buiten moeite blijft. En zij namen het geld aan en deden zoals gezegd was. En dit gerucht is onder de Joden verbreid tot de dag van heden toe (op het moment dat Mattheüs dit schrijft)." Deze tekst had niet geschreven kunnen zijn, in de tijd dat deze tekst geschreven is, als er geen Joods tegenargument was van de Christelijke opvatting dat er het lege graf bestond. De Joden ontkenden niet het lege graf , maar gaven er een alternatieve verklaring voor. Zowel voor-als tegenstanders van de opstanding van Jezus lijken het erover eens te zijn, dat het graf leeg was.
3. Er bestaan geen andere begrafenisverhalen over Jezus. Als namelijk de N.T.-begrafenisverhalen niet betrouwbaar zouden zijn, dan is het opvallend dat er geen andere verhalen zijn gevonden, ook niet in de Joodse geschriften, waar een alternatief verhaal verwacht wordt.
4. De meeste geleerden zijn het erover eens dat Jozef van Arimathea een historische persoon was , en dat Jezus werkelijk in het graf van deze persoon is begraven. Hij was volgens de Evangelieën lid van het Sanhedrin, een groep van 71 leiders welke zeer zeker bekend waren onder de bevolking. Niemand gaat een persoon verzinnen die niet bestaan heeft en dan zeggen dat hij van het Sanhedrin lid was. Zijn naam had aan het verhaal van Jezus gekoppeld kunnen zijn om zijn autoriteit als leider in de jonge kerk te verhogen. Er is echter geen bewijs dat Jozef van Arimathea een belangrijke leider was in de jonge kerken. Het lag meer voor de hand andere kandidaten te verzinnen, als zijnde de eigenaar van het graf waar Jezus begraven was. Als Jezus niet in zijn graf was begraven, dan was dat makkelijk na te gaan, want men wist waar deze publieke figuur woonde. De meeste geleerden denken dan ook dat het zeer waarschijnlijk is dat Jezus in Jozefs graf is begraven. Het graf was ook dichtbij Golgotha - Joh.19:42- "daar dan legden zij Jezus neder wegens de Voorbereiding der Joden, omdat het graf dichtbij was"; er moest grote haast gemaakt worden , want het was bijna sabbat.
5. Uit archeologische ontdekkingen blijkt de nauwkeurigheid van de beschrijving van het graf van Jezus. Drie verschillende soorten graven zijn ontdekt. Ik citeer William L. Craig "Three different kinds of tombs have been discovered, but the description of Jesus' tomb indicates that it was either an acrosolia tomb or a bench tomb. Such tombs were scarce in Jesus' day and were reserved for rich and prominent people. Furthermore, near the traditional site for Jesus' grave, acrosolia tombs from Jesus' day have been found. Jesus' tomb was located in a garden, and one of the gates in the North Wall of Jerusalem was called the Garden Gate. Tombs of the Jewish high priests John Hyrcanus and Alexander Jannaeus were in that area, so it could easily have been a prestigious burial location." 6
6. De aanwezigheid van vrouwen. Het feit dat getuigenissen van vrouwen gekoppeld zijn aan het opstandingsverhaal, maken dat de Evangelieën weinig kans van slagen hadden om geloofwaardig te zijn. In die tijd was de plaats van de vrouw nog erg laag, in vergelijking met de man. Bijvoorbeeld, een getuigenis van een vrouw in een gerechtshof werd niet geaccepteerd. Anno 1999 zou dat onacceptabel zijn. Daarnaast maakt het volgende het verhaal nog ongeloofwaardiger: Jezus verscheen als EERSTE aan vrouwen. Bovendien verscheen Hij ALLEREERST aan Maria Magdalena. Zij was een vrouw die in het bezit was geweest van demonen (Lucas 8:2 - "Maria, met de bijnaam: van Magdala, van wie zeven boze geesten uitgegaan waren"), iemand die in de macht was geweest van duistere machten. Dit laatste maakt het opstandingsverhaal nog ongeloofwaardiger, als het om visioenen zou gaan. Waarom werd in het verhaal niet Petrus de eerste figuur die Jezus ontmoette, hij was tenslotte een heel belangrijke leider, dat zou geen aanleiding geven voor mensen die dit verhaal hoorden om bij deze nieuwe sekte weg te blijven. Maar wilde men in die tijd geloofwaardig overkomen als nieuwe religieuze groepering (en misschien wel nieuwe wereldgodsdienst???), dan schreef men dit soort "onzin" over vrouwen die een "verhaaltje" hadden niet op. Lucas 24:11 - "En deze woorden schenen hun zotteklap en zij geloofden haar niet." In de patriarchale samenleving van die tijd, verzint men niet zo'n verhaal als eerste christenen. Zij hadden immers een grote missiedrang om Jezus' boodschap te "verkopen", omdat Hij inderdaad een uitzonderlijk goede, moreel zeer hoogstaande boodschap had (als men toen een beetje markt gericht wil zijn, dan in ieder geval een boodschap zónder vrouwen, in tegenstelling tot nu met veel vrouwen in reclames); de mannelijke evangelisten zouden dat niet verzinnen, het lijkt althans zeer onwaarschijnlijk.
7. De afwezigheid van late theologische reflectie in het verhaal. Het beschrijving is oorspronkelijk, eenvoudig en nauwkeurig. Met theologische reflectie bedoel ik: de vervulling van Oudtestamentische profetie, het begin van een nieuw tijdperk, Jezus nederdaling in de hel, christologische titels aan Jezus gegeven, enz.. Dit in tegenstelling met de Apocriefen, die gedetailleerde (onaannemelijke) verklaringen gegeven hebben over hoe de opstanding plaatsgevonden heeft. bijv. Het "evangelie" van Petrus (midden 2e eeuw) heeft het over een kruis dat uit het graf komt achter Jezus, en Jezus is zo lang dat hij boven de wolken uitkomt. Dat lijkt onaannemelijk in vergelijking tot de sobere beschrijving van de evangelisten.
8. Petrus verwijst in zijn preek kort na alle gebeurtenissen
naar het graf van David dat nog steeds bij hen is: "Mannen
broeder, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David,
dat hij èn gestorven èn begraven is, en zijn graf is bij ons
tot op deze dag." dit wordt in twee verzen verder
vergeleken met Jezus dood: "de opstanding van de
Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch
zijn vlees ontbinding heeft gezien. Deze Jezus heeft God
opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn." (Hand.
2:29&31,32). Dit als argument dat het gaat om een
werkelijke opstanding uit de dood, en niet om visioenen of iets
dergelijks.
Concluderend mogen we zeggen dat bovenstaande
argumenten erop wijzen dat Jezus Christus fysiek is opgestaan uit
de dood, dit is geen fictie, maar een feit. De getuigenissen van
de Evangelisten zijn betrouwbaar gebleken. Het goede nieuws is
waar: Jezus leeft, toen, nu en voor altijd:
"Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in
eeuwigheid." - Hebreeën 13:8. Het volgende vers
vervolgt met: "Laat u niet medeslepen door allerlei
vreemde leringen." En in vers 15 staat er: "Laten
wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk
de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden."
© Willem Vreeken, Utrecht, augustus 1999.
Aantal bezoekers sinds 9 aug. 1999:
Site
Design: Copyright © 1998-1999 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 9 aug. 1999
Pagina bijgewerkt op:
Copyright © 1999 Stichting Europese Apologetiek