Wat ouders aan hun kinderen willen meegeven
(een onderzoek naar sociale erfenissen)
door
Christien Brinkgreve & Bram van Stolk
Navigatietips:
Samenvatting: Aan de hand van een reeks sociologisch portretten wordt uiteengezet welke waarden ouders (in Nederland) belangrijk vinden om als 'sociale erfenis' aan hun kinderen mee te geven.
Moeilijkheidsgraad: 1
1 = heel makkelijk, leuk
2 = populair
3 = serieus,
academisch
4 = moeilijk
5 = onderzoek
Christien Brinkgreve en Bram van Stolk Van huis uit. Amsterdam: Meulenhoff bv, 1997.
Pagina's: 200
ISBN: 9029046457
1: Het behoud van het erfgoed De adel
2: Overleven in de schaduw Kansarmen
3: Ervaring in strokarton De fabrieksarbeider
4: Tevreden stijgers Lagere middenklasse
5: Tussen eigenheid en integratie Surinaamse gezinnen
6: Op eigen kracht Marokkaans-Nederlands echtpaar
7: 'Je leeft in deze wereld vanuit Gods woord' Gereformeerden
8: Strijd tegen zwakte Een communistisch opvoeding
9: Een beladen erfenis Joodse families
10: Een comfortabel bestaan Hogere middenklasse
11: De waarde van diploma's Intellectuelen
Dit boek is geschreven naar aanleiding van een sociologische onderzoek door Brinkgreve & Van Stolk1 naar het begrip 'sociale erfenis', d.w.z. de levenshouding en waarden die mensen van huis uit meegekregen hebben, en wat ze ervan aan hun kinderen (hebben) willen overdragen. Hoewel het een sociaal-wetenschappelijk onderzoek betreft, is het boek niet moeilijk om te lezen en heeft het een interessante en voor iedereen toegankelijke inhoud.
In de inleiding van het boek wordt het doel en de opzet van het onderzoek
uiteengezet. Het doel is om sociologische patronen te ontrafelen in de
overdracht van normen en waarden en hoe deze op gezinsniveau gestalte krijgen.
Daartoe zijn zevenenzeventig mensen uitvoerig en intensief geïnterviewd. Uit
deze interviews is een selectie gemaakt.
Al tijdens het afnemen van de interviews bemerkten de schrijvers dat er
aanmerkelijke verschillen waren in de mate waarin van sociale erfenissen
gesproken kon worden en in de wens om die aan de volgende generatie door te
geven. Aan de ene kant is er sprake van mensen die hierover vastomlijnde ideeën
hebben en de nadrukkelijke wens om dat door te geven; aan de andere kant staan mensen die hun kinderen in de eerste plaats alle vrijheid willen geven. Deze
verschillen komen overeen met de manieren waarop ze in het leven staan: aan
de ene kant mensen die zichzelf in de eerste plaats als lid van een groep zien,
aan de andere kant mensen die in het centrum staan van een eigen persoonlijk
netwerk, dat zij zelf hebben opgebouwd.
De kern van dit boek wordt gevormd door een aantal sociologische portretten (zie overzicht bij 'Inhoud'). Het geeft een boeiend beeld van de Nederlandse samenleving in al zijn rangen en standen en de lezer wordt letterlijk en figuurlijk een blik gegund in de diversiteit van de huiskamers van de geïnterviewden. Wellicht zal de lezer zichzelf in één van deze sociologische portretten herkennen, namelijk in die het meest overeenkomt met het milieu waar hij of zij zelf is opgegroeid.
De epiloog van het boek ('De boekhouding van de erfenissen') bevat de
evaluatie van de voorafgaande portretten. Er is sprake van een verschil in
waarden tussen de generaties, die niet altijd in één richting verloopt, naar
modernisering of emancipatie (bijvoorbeeld: soms is een dochter traditioneler
dan de moeder zou wensen), maar meestal zien we het omgekeerde: kinderen willen
een minder traditioneel leven leiden dan hun ouders. Wat in ieder geval in de
interviews zichtbaar wordt, is het verdwijnen van de sekseverschillen zoals die
voor de oudere generaties golden. Bovendien blijkt dat er twee sociale opgaven
te zijn waar ouders zich in het algemeen om bekommeren: het vinden van werk en
het vinden van een partner. Met betrekking tot het eerste punt: het belang van
onderwijs, goede scholen en het halen van diploma's wordt door alle
geïnterviewden, van hoog tot laag, benadrukt. Hoewel met het vinden van werk
enige terughoudendheid door de ouders als gepast gezien wordt, is van echte terughoudendheid
pas sprake bij het vinden van een partner; het recht op
vrije partnerkeuze wordt door kinderen als een modern grondrecht ervaren.
De onderlinge verscheidenheid van de geïnterviewde gezinnen kunnen gezien
worden als individuele verschillen, maar ook als culturele verscheidenheid; wat
bij de ene groep als hoog aangeschreven staat, is in de andere groep minder
waard.
Sociale erfenissen kunnen ervaren worden als bron van steun, maar soms ook
(tegelijkertijd) belemmerend werken. Wat 'een goede sociale erfenis' inhoudt, is
moeilijk vast te stellen in een maatschappij die aan veel verandering
(bijvoorbeeld de inflatie van de waarde van diploma's) onderhevig is. De
geïnterviewden blijken meer moeite te hebben met het formuleren van wat zij aan
hun kinderen mee willen geven dan van wat zij zelf 'van huis uit' hebben
meegekregen. Het belang van geld en bezit wordt zelden genoemd in de interviews,
maar speelt onmiskenbaar een rol, bijvoorbeeld als bron voor zelfvertrouwen,
prestige en een bepaalde levensstijl. Af en toe komt het belang van sociaal
kapitaal aan de orde; de uitgebreide netwerken van de elite vormen hierbij een
fel contrast met het isolement van de sociale klasse aan de onderkant van de
samenleving. Overigens kunnen familiale of andere groepsnetwerken soms een
belangrijke vorm van steun zijn, maar ook belemmerend werken. Een mentale en
emotionele uitrusting, die ooit paste in andere omstandigheden, kan op een ander
tijdstip en een andere plaats juist averechts werken.
Als geïnterviewde ouders iets formuleren over datgene wat zij hun kinderen mee
willen geven, dan komt dat vaak neer op een mengeling van oude en nieuwe
accenten; allereerst de nadruk op het belang van diploma's, van het leren en
vervolgens idealen uit de jaren zestig: zelfontplooiing en creativiteit, geluk
en harmonie, openheid en spontaniteit. Er wordt belang gehecht aan goede sociale
vaardigheden, behulpzaamheid en verantwoordelijkheid. Tevens wijzen ouders op
gevaren waartegen ze hun kinderen willen beschermen, zoals drugs, geweld en
criminaliteit.
Uit recent onderzoek naar waarden die ouders bij hun kinderen het belangrijkste
vinden is gebleken dat sociale deugden als 'verantwoordelijkheidsgevoel' en
'rekening houden met anderen' het hoogst scoort, hoger dan 'hoge cijfers halen'
en 'slim zijn'. Toch lijken ouders op een verborgen manier ambitieus en willen
zij hun kinderen een brede vorming meegeven, bijvoorbeeld door activiteiten
zoals muziek en sport te stimuleren. Maar tevens is de uitleg mogelijk dat
ouders deze activiteiten belangrijk vinden als vaardigheden voor later, zoals
samenwerking en communicatieve vaardigheden. Uit de interviews van dit boek
vallen twee boodschappen te beluisteren, als ouders gevraagd wordt wat ze
belangrijk vinden voor hun kinderen, namelijk: 'ze moeten leren' en 'als ze maar
gelukkig zijn...'
Het boek wordt besloten met een korte beschouwing over de overlevingswaarde van de meegegeven sociale erfenissen, wat overigens moeilijk is vast te stellen. Er valt wel iets over te zeggen, zoals het belang van diploma's, van bepaalde eigenschappen en van meegekregen en zelf-gevormde netwerken, maar achteraf zal pas blijken wat echt belangrijk was om van-huis-uit te hebben meegekregen.
Conclusie & nabeschouwing
De reeks portretten in dit boek vormen een soort sociologische kaart van
Nederland. Het is dan ook om die reden dat dit boek interessant is om te lezen. Maar
niet minder interessant is het begrip 'sociale erfenis'. Het bepaalt de lezer
bij datgene wat men zelf aan 'sociale erfenis' heeft meegekregen en, in het geval
dat men kinderen heeft, wat men belangrijk vindt om aan het nageslacht door te
geven. Hoewel de reeks portretten qua milieu enorm divers zijn, blijken er toch
veel overeenkomsten in het doorgeven van bepaalde waarden (zoals het belang van
opleiding).
In dit boek wordt veel gesproken over de vraag hoe het er vroeger thuis aan toe
ging. Het is in dit opzicht interessant eens na te denken over de hypothetische
vraag, wat voor inhoud zo'n boek zou bevatten als het 50 jaar na nu geschreven
zou zijn...
Dit boek is niet direct een 'must' om in de boekenkast thuis te hebben staan,
maar zeker de moeite waard om eens te lezen. Diegenen die gewend zijn om 'dikke
pillen' door te worstelen zullen dit als tevens als ontspannende lectuur kunnen
beschouwen, aangezien het zich als een roman laat lezen; dit doet echter geen
afbreuk aan de sociologische waarde van het boek. Naar mijn mening zijn de
sociologen Brinkgreve & Van Stolk er prima in geslaagd om hun vakgebied voor
een breed publiek aantrekkelijk te maken.
1. Helaas is Bram van Stolk in 1996 overleden, waardoor alleen de Inleiding en een drietal portretten gezamenlijk geschreven zijn; de rest is door Christien Brinkgreve alleen afgemaakt.
© Jaccoline Gedressac-de Keizer, Den Haag, juli 1999
Aantal bezoekers sinds 19 aug. 1999:
Site
Design: Copyright Pagina © 1998-1999 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 19 aug. 1999
Pagina bijgewerkt op: 11 sept. 1999