De Islamisering van onze Cultuur

Nederlandse identiteit als fundament

door

Pim Fortuyn

 

Samenvatting: De gemeenschappelijke normen en waarden die gelden in maatschappijen waarin de Islam een grote rol speelt, staan haaks op de normen en waarden die gelden in de Nederlandse maatschappij. De instroom van grote groepen uit door de Islam doortrokken culturen in Nederland zal dus tot onoverkomelijke conflicten leiden. Met een kritisch nawoord van Abdullah Haselhoef.

Moeilijkheid:

 

Navigatietips:

Algemene disclaimer: zie onderaan

© Tjerk Muller, 6 juli 2001 


Boekgegevens:

Pim Fortuyn De islamisering van onze cultuur, Nederlandse identiteit als fundament, het woord als wapen, met een kritische reactie  van imam Abdullah R. F. Haselhoef, Geheel geactualiseerde en herziene editie van 'Tegen de islamisering van onze cultuur'  Karakter uitgevers & Speakers Academy uitgeverij, 2001, Rotterdam. 

Bestellen met Proxis


Recensie door Tjerk W. Muller

 


Recensie door Tjerk W. Muller

Wat is er leuker dan twee 'foute' mannen in debat? De EO had dat met het programma Gelijk om middernacht al voortijdig begrepen, en organiseerde een discussie tussen Abdullah Haselhoef en Pim Fortuyn. Beiden waren het in ieder geval over één ding eens, namelijk dat men het hartstochtelijk met elkaar oneens mag zijn en dat ook uit mag spreken.

Vrucht van dit gesprek was de kritische bijdrage die Abdullah Haselhoef mocht geven aan Pim Fortuyn's heruitgave van Tegen de Islamisering van onze cultuur (1997). Fortuyn achtte na de aanslagen op het World Trade Centre de tijd rijp voor het vernieuwd onder de aandacht brengen van Neerlands 'multiculturele drama'. 

Karakter

Opvallend aan deze heruitgave is, naast de bijdrage vanuit Islamitische hoek, dat het boek een beeld geeft van de verschillende stijlen die Fortuyn machtig is, namelijk een nogal krasse spreekstijl en een meer genuanceerde schrijfstijl. Die eerste stijl kennen we wel, en met name in het eerste - nieuw toegevoegde - hoofdstuk van het boek vliegen de 'politieke warhoofden' en 'onbenullen' de lezer om de oren. Een en ander komt nogal pamfletterig over.

De rest van het boek schetst een heel ander beeld. Op een enkele, duidelijk recent en haastig toegevoegde zin na schetst het boek een beredeneerd en genuanceerd beeld van de sitatie waarin Nederlandse arbeiders van allochtone komaf (zij het eerste, tweede of derde generatie) zich bevinden. Werkloosheid, uitzichtloosheid, minderwaardigheidsgevoelens, cultuurverwarring, generatieconflicten; als socioloog is Fortuyn een prima essayist, en doet hij zeker geen onrecht aan de mensen over wie hij het heeft. Het werk heeft een populair- wetenschappelijk karakter, maar is al met al vrij genuanceerd.

Inhoud

Fortuyn laat zien hoe de normen en waarden die typerend zijn voor maatschappijen in landen waar de (fundamentalistische) Islam een dominante ideologische positie heeft, haaks staan op de waarden en normen van de moderne Westerse samenleving. Hij geeft dit weer aan de hand van vier thema's:

  1. Binding versus scheiding tussen kerk en staat
  2. Omgang tussen de seksen
  3. Verhouding tussen kinderen en volwassenen
  4. Collectieve versus individuele verantwoordelijkheid

Fortuyn geeft daarbij een heel aardige definitie van fundamentalisme, te weten "een politieke houding op basis van een maatschappijbeschouwing of een religieuze opvatting, waarbij de religieuze opvatting of maatschappijbeschouwing absoluut genomen wordt en als bepalend genomen wordt voor de politieke houding." (p.35) Absoluut betekent dan ook dat andere opvattingen niet worden geduld en dat het het streven is de hele maatschappij te ordenen naar die maatschappijbeschouwing of religieuze opvatting. Extremistische groeperingen die de Sjaria (islamitische wetgeving) op willen leggen aan elke maatschappij voldoen aan dit beeld, maar ook de nationaal-socialistische partij en de Franse Revolutionairen van 1789.

Jammer is dat Fortuyn dit fundamentalisme meent te kunnen illustreren aan de hand van de geschiedenis van het Christendom in het Westen, met voorbeelden als de Inquisitie en Calvijn. De werkelijkheid die Fortuyn schetst, als zou de politieke werkelijkheid in Europa eeuwenlang gedomineerd zijn door de Kerk, is te simpel. De kerkelijke rechtbanken van de middeleeuwen hadden de overheden nodig om vonnissen om te zetten in de werkelijkheid, en die overheden werkten alleen mee als dat in hun voordeel was. Kortom, veeleer was het zo dat de Kerk ideologisch legitimeerde dat de overheid subversieve elementen elimineerde, dan andersom.

Dat Calvijn niet opkeek van een doodvonnis meer of minder is waar, maar dat deed niemand in zijn tijd. Worgen, radbraken, ophangen, en onthoofden vulden de Jerry Springer-openluchtshows van hun tijd. Ondervraging gebeurde volgens het 'beschaafde' Romeinse recht, en dat hield de idee in dat verdachten de waarheid vertellen wanneer ze gemarteld worden, een idee dat na de aanslagen van 11 september overigens weer opgeld doet. 

Terecht merkt Fortuyn op dat - hoewel niet elke vorm van Islam gelijk te stellen is aan de fundamentalistische interpretatie daarvan - een groot verschil tussen de meeste christelijke kerken en de Islam, is dat de kerken de seculiere staat erkennen.

Fortuyn trekt vooral ten strijde tegen het cultuurrelativisme: de Nederlander moet zich terdege bewust zijn van de verworvenheden van de moderne Westerse samenleving met de nadruk op het individu, en deze verworvenheden ook ideologisch willen verdedigen. Hij heeft weinig op met de linkse gedachtenpolitie met haar gemoraliseer en de decadentie die is overgebleven na de revolutie van de jaren '60.


Kerk en staat

Fortuyn hamert er net als politieke kopstukken uit de kring van D'66 en PvdA op, dat een van de Nederlandse kernwaarden de scheiding tussen Kerk en Staat is. Die scheiding heeft aan twee kanten voordelen: aan de ene kant bemoeit de staat zich niet met het privé-domein, aan de andere kant blijft de maatschappij gevrijwaard van onderwerping aan een of ander totalitaire levensbeschouwing (zij het religieus, zij het seculier).

Fortuyn ziet de vrijheid die hier uit voortvloeit als een schaars en kostbaar goed, dat het verdedigen waard is. Liefst verbaal, maar indien nodig met andere middelen.

Hij beschrijft hierop de geschiedenis van de verhouding tussen Kerk en staat, is aanzienlijk genuanceerder over de rol van de Kerk, hoewel hij deze vanuit de optiek van het rooms-katholieke machtsapparaat blijft bezien. 

Vanuit deze geschiedsschets tot het verval van de zuilen in Nederland komt Fortuyn tot de conclusie dat deze scheiding tussen Kerk en staat een kernwaarde van de Nederlandse cultuur is, waar de islamitische levensbeschouwing het moeilijk mee blijkt te hebben.

Wat bij Fortuyn mist is antwoord op de vraag hoe religie juist levensbeschouwelijk inspirerend zou kunnen werken op de politiek, die haar normen en waarden immers niet zelf kan genereren, maar die elders vandaan zal moeten halen.

 

Sekse en seksualiteit

Het tweede thema betreft de verhouding tussen de seksen en de omgang met de seksualiteit. Vanuit de patriarchale maatschappij en de verbinding tussen seksualiteit en reproductie was de rolverdeling tot de jaren '60 zo, dat de man het publieke domein domineerde en de vrouw het private. Seksualiteit werd niet in de eerste plaats als een plezier beleeft, maar als een mannelijke drive en een vrouwelijke plicht, om zo voor nageslacht te zorgen.

Met de pil en de acceptatie van abortus veranderde dat. De vrouw kon zelf bepalen wanneer zij een kind wilde dragen en grootbrengen. De arbeidsmarkt lag nu voor haar open. Seksualiteit werd steeds meer als een vorm van genot ervaren, en dit heeft ook zijn invloed gehad op de acceptatie van homoseksuelen en homoseksualiteit.

Fortuyn geeft uit eerste hand een beeld hoe de cultuur twintig, dertig jaar geleden omging met homoseksualiteit. Ondanks acceptatie waren de homoscene en het publieke domein (werk, kerk, universiteit) in de jaren '70 twee strikt gescheiden domeinen, waar geen communicatie tussen was.

Ook geeft Fortuyn in kort bestek een beeld van de tweede feministische golf, zonder ook de irrationele aspecten van het feminisme uit die tijd te verbloemen. Inmiddels zijn vrouwen in alle opzichten gelijkwaardig aan de man, en hoeven ze slechts de kansen te pakken die voor het grijpen liggen, de laatste opstakels van mannelijk chauvinisme nemend.

In schril contrast met dit beeld citeert Fortuyn uit het boek van de journaliste Jan Gooding The price of honor. Mohammed was zijn tijd vooruit in de vrouwenemancipatie, zegt Fortyn, maar de meeste Islamitische landen kennen zo hun eigen culturele interpretatie, waarin de vrouw niet meer dan een voetveeg is. Hij haalt Pakistan aan, waar een aangerande vrouw zich bij de rechter moet verdedigen voor haar verloren eer, zelf veroordeeld wordt, in de gevangenis grote kans loopt ook nog verkracht te worden en vervolgens kan er op kan rekenen verstoten te zijn door haar familie.

Het steekt Fortuyn dat er in door de diverse ministers van Ontwikkelingssamenwerking geen aandacht is voor de belabberde positie van de vrouw in nogal wat ontwikklingslanden, en het steekt hem nog meer dat vrouwen die zich (op de tweede feministische golf, of door te gaan studeren als allochtone vrouw) niet bekommeren om de beperkte positie van vrouwen in Nederlandse achterstandswijken.

Ook homoseksuelen hebben het in de Islam niet makkelijk. Men beleeft de homoseksualiteit 'ondergronds', wie uitkomt voor zijn ware aard wordt uitgestoten door de familie. Dit gaat Fortuyn - begrijpelijkerwijs - zozeer aan het hart, dat hij zich zelfs waagt aan een theologische discussie met Leen van Dijke en El-Moumni. Fortuyn zou er op dat punt goed aan doen de theologie aan de theologen overlaten, en zich met sociologische analyses bezig te houden. Zijn wetenschappelijke competentie ligt met name op het laatste terrein 

In de patriarchale cultuur van de Islam is de (heteroseksuele) man dominant, zoals dit voor de jaren '60 ook in Nederland het geval was. Die dominante positie zal ter discussie moeten komen ten gunste van vrouwen en homoseksuelen. Wederom met het debat als wapen.

Vraag is natuurlijk of dit cultuurdebat een verstandige wijze is van omgaan met een diepgaand verschil van inzicht. De geschiedenis leert dat grote groepen christenen zich door de moderne cultuur in het defensief gedrukt voelen. Zou dit bij moslims ook niet het geval kunnen zijn? Wie een 'koude oorlog' tegen de Islam uitroept, loopt het risico een averechts effect te sorteren van zijn bedoeling, namelijk moslims overtuigen van de aantrekkelijkheid van het moderne standpunt. 

Bovendien is er ook reden voor kritiek op de individualistische Nederlandse samenleving. Met alle alternatieve keuzen en levensverbintenissen is het leven er niet gemakkelijker op geworden en komt het gezin behoorlijk onder druk te staan van individuele keuzen. Het is begrijpelijk dat dit voor moslims bedreigend overkomt.

 

Jongeren en ouders

Fortuyns derde thema is dat van de verschillen tussen jongeren en hun ouders. Nederland heeft een kentering doorgemaakt van een cultuur waarin de vader alles voor het zeggen had naar een cultuur waarin gezinnen een onderhandelingsstructuur kennen. Dit heeft over het algemeen goede kanten, hoewel Fortuyn ook wel oog heeft voor het egocentrisme dat kinderen hiermee kan worden aangeleerd.

In veel islamitische gezinnen staat de huishouding echter nog onder het hoofd van vader. Hij is de baas. Dit levert voor tieners en jonge mannen uit deze gezinnen een probleem op, omdat de Nederlandse cultuur niet wordt beheerst door de instituties die de macht van hun vader bevestigen. Dit levert voor veel Islamitische jongeren een gespleten beleving van de maatschappelijke werkelijkheid: Thuis is er een bevelsstructuur, in de samenleving een onderhandelingsstructuur. Dit is volgens Fortuyn een belangrijk component van de problematiek rond criminele jongeren van allochtone afkomst.

Daar komt nog bij dat veel van deze jongeren opgroeien in een achterstandswijk en ook educatief achterliggen op de rest. Zij komen in de samenleving niet mee. Op het punt dat zij zich realiseren iets te moeten maken van hun leven, heeft met name het criminele circuit de armen wijd open. Maar ook het fundamentalistische circuit. De Nederlandse verzorgingssamenleving bedekt de armoedeproblematiek wel wat, maar neemt deze niet weg.

In dit hoofdstuk blijkt het beste Fortuyns vermogen om de sociale achtergronden te analyseren, en bepaalde sociale fenomenen, zoals Marrokaanse randgroepjongeren, in het licht te zetten van maatschappelijke achtergronden. 

 

Wat er verder mis is met Nederland

Aan de collectieve versus de individuele verantwoordelijkheid heeft Fortuyn geen eigen hoofdstuk gewijd, terwijl dit eigenlijk zijn eerste punt was. Het komt zo af en toe wel ter sprake in andere hoofdstukken. Jammer, want hier ligt een van de belangrijke punten van verschil in de Islamitische en Nederlandse cultuur.

Wel meet Fortuyn nog breed uit over het beeld dat de Nederlandse achterstandswijken geven van de problematiek van de Nederlandse samenleving en wat er mis is met het asielbeleid. Overigens is het boek voor wie Paars en poldermodel meer dan zat is om te smullen, want Fortuyn laat niet af tiraden af te steken tegen de verzorgingsstaat, Melkertbanen, zetelplakkerij en wat er nog meer mis is in Nederland.

Fortuyn eindigt met een pleidooi voor een herbeleving van de Nederlandse identiteit. Niet zozeer vanuit nationalisme:  in zijn ogen is het volkomen normaal dat iedereen zijn eigen land het mooiste van de wereld vindt, ongeacht uit welk land met afkomstig is. Fortuyn ziet in de onderdrukking van zulke gevoelens juist de weg naar nationalisme. De angst die globalisme en de Coca-Cola cultuur oproept kan alleen tegengegaan worden door waardering voor de eigenheid, zodat men frustraties niet afreageert op buitenlanders.

Fortuyn schrijft dus tegen het cultuurrelativisme, en vóór de beleving van de verworvenheden van de moderne Westerse samenleving, met het woord als wapen.

 

De reactie

Voormalige troetel-imam Abdullah Haselhoef reageert kritisch op Fortuyn. Eigenlijk niet zozeer op Fortuyn zelf, maar meer op vooroordelen die er in het Westen over de Islam leven, naar aanleiding van de gedragswijze van moslims. 

De Westerse samenlevingen hebben zowel Aristoteles als algebra aan de arabische te danken, houden bovendien de Islamitische samenlevingen systematisch armoedig. In zo'n klimaat wordt iedere bevrijdingsideologie aangegrepen om zich te verzetten. Maar om de Islam te identificeren met fundamentalisme is dan te kort door de bocht. 

Dit is het sterkste deel van Haselhoefs betoog. Voor het overige haalt hij vooral het leven van de profeet en de Koran aan, om te laten zien hoe verlicht de godsdienst ideologisch gesproken is inzake democratie, vrouwen, seksualiteit, en kinderen wel is. 

Zo'n aanpak is wel doeltreffend als men anderen wil overtuigen dat de Islam als religie een bekering waard is, ook goed als men moslims wil opvoeden, maar het gaat voorbij aan Fortuyns betoog. Deze maakt wel degelijk een onderscheid tussen de Islam als religie (wat er werkelijk in de Koran staat, wat de profeet werkelijk gezegd heeft) en de verschillende hedendaagse culturele interpretaties daarvan, zoals de fundamentalistische.

Haselhoef valt bovendien nogal eens christenen aan om zelf buiten schot te blijven. Is de SGP niet net zo goed theocratisch? Hebben christelijke partijen niet jarenlang abortus- en euthanasiewetgeving tegengehouden? 

Suggesties die geen recht doen aan de werkelijkheid. Hoewel de SGP krampachtig vasthouden aan waarden die sinds de jaren '50 niet meer stroken met de hedendaagse cultuur kan zij niet vergeleken worden met een moslimfundamentalistische organisatie. De SGP-achterban plaatst geen bommen, ook niet bij abortusartsen. 

En van het CDA moet gezegd worden dat zij abortus- en euthanasiewetgeving eerder in goede banen heeft geprobeerd te leiden, dan dat zij die getraineerd heeft. In een tijd dat juist artsen die vooraan liepen in het euthanasiedebat terugdeinzen blijkt het heel verstandig geweest van de Christelijke partijen, zich terughoudend op te stellen.

Gezien de commotie die Haselhoef opgeroepen heeft in zijn uitspraken over homoseksuelen onder de Sjaria zijn is ook de stellingname dat homoseksualiteit tot de privé-sfeer behoort waar een ander (volgens de Islam?) niets mee te maken heeft, ongeloofwaardig geworden.

 

De waardering

In dit zeer lezenswaardige boekje van Fortuyn overheersen de sterke kanten toch duidelijk boven de zwakke. Ik heb het voornamelijk gekocht om te weten te komen welke ideeën en maatschappij analyses er steken achter bepaalde uitspraken in interviews van Fortuyn ("de Islam is een achterlijke cultuur." "Wat mij betreft gaat de grens op slot.") Daar geeft dit boek een heel leesbare inleiding op, die ondanks alle kritiek van de hoogleraar redelijk genuanceerd aandoet.

Kortom: een aanrader voor zowel fans als critici van ex-professor Pim.

 

© Tjerk Muller, 23 februari 2002


Aantal bezoekers sinds 23 februari 2002

 


UNIVERSI FINIS VERITAS!

Site Design: Copyright Pagina © 1998-1999 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 23 februari 2002
Pagina bijgewerkt op: 

 

Algemene disclaimer:
Het is de bedoeling van de stichting Europese Apologetiek (verder aangeduid met: "de stichting") om wetenschap en onderzoek te bevorderen. Het is geenszins de bedoeling van de stichting of van de evtl. auteurs van artikelen om mensen te kwetsen of hen een slechte naam te geven, maar integendeel te helpen qua rationele inzichten en te waarschuwen voor mogelijke gevaren, zoals sekten en andere dubieuze bewegingen. De inhoud van de artikelen, recensies, enz. vertegenwoordigt de mening van de auteurs en niet per se van de stichting. 
M.b.t. het toeschrijven van sommige (bijv. sektarische, onethische, irrationele, bijgelovige, occulte, enz.)  eigenschappen aan bepaalde groepen, stromingen of individuen op webpages van deze site: het gaat hier alleen om meningen en niet om stellingen van juridische kracht; er wordt alleen aangegeven dat er mogelijkheid is voor het toewijzen van die eigenschap(pen) aan de genoemde groepen. Dit geldt ook voor de keuze van links naar andere sites, of links naar offsite artikelen. 
Hiermee bent u, bezoeker van deze site, erop attent gemaakt dat de pagina's en de links op deze site, u kunnen confronteren met kritische meningen. Het is geheel uw eigen verantwoording als u ervoor kiest om verder te gaan kijken en de stichting stelt zich hiervoor niet aansprakelijk.