door
Tjerk W. Muller
Samenvatting: Na 11 september 2001 leven velen in onzekerheid. Wat gaat er met de wereld gebeuren? In evangelische kring was de gebeurtenis aanleiding om het 'profetische woord' nog eens te laten klinken. Hierbij wordt veelal uitgegaan van één bepaalde visie op de eindtijd. In deze artikelenreeks willen we ingaan op deze kijk op de eschatologie (leer van de laatste dingen), en alternatieven.
Moeilijkheid :
Navigatietips:
© Tjerk W. Muller, Rijswijk, 2001
Nieuwsgierigheid naar eindtijd niet nieuw
Terughoudendheid en noodzaak tot spreken
Met de aanslagen op het World Trade Centre in New York en het Pentagon in Washington op 11 september 2001 heeft de wereld een nieuw gezicht gekregen. We zijn in rep en roer. Misschien is dit wel het einde van de wereld!
Die gedachte ging ook Christelijke kringen niet voorbij. Veel Christenen koppelden de dramatische gebeurtenissen van die 11e september aan een passage uit het bijbelboek Openbaringen.*
In Openbaring 17 & 18 valt te lezen:
"Kom hierheen, ik zal je het oordeel laten zien over de grote hoer, die daar zit op vele wateren."(Opnb. 17:1)
"De kooplui van de aarde zijn rijk geworden door de kracht van haar luxe.."(Opnb. 18:3)
"En de koningen van de aarde (...) zullen over haar huilen en rouwen om haar, wanneer zij de rook van haar brand zien. Terwijl zij van ver staan uit angst voor haar marteling zeggen zij: ‘Wee, wee, de grote stad Babylon, de sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen" (Opnb. 18: 9-10)
Veel mensen vroegen zich verward af hoe zij dit moesten duiden, in het licht van de actuele gebeurtenissen. Was dit niet een duidelijke vervulling van de profetie? Tenslotte:
Feike ter Velde gaf het gevoel van het merendeel van het evangelische christendom treffend weer: "Uiteindelijk mogen we altijd verwijzen naar de Schrift als er dingen gebeuren die zo ingrijpend zijn"1.
Ter Velde is hoofdredacteur van een in deze kring veel gelezen maandblad Het Zoeklicht, dat zich erop richt de huidige tijd te verstaan in het licht van de bijbelse profetie. Het Zoeklicht is het in Nederland meest invloedrijke eindtijdmagazine, in 1919 opgericht door de opwekkingsman Johan de Heer.
Het Zoeklicht publiceerde kort na de aanslag een extra vouwblad bij de septembereditie van haar blad, waar in vette koppen viel te lezen, dat ‘de grote stad’ gevallen was.1*
Nieuwsgierigheid naar eindtijd niet nieuw
De duiding van actuele gebeurtenissen in het licht van bijbelse profetieën is bepaald niet nieuw, net zo min als de commotie eromheen. In de jaren ‘70 maakte de Amerikaan Hal Lindsey furore met zijn paperbackboeken over de eindtijd. Zijn boeken vonden gretig aftrek bij veel Christenen, hoewel serieuze theologen er niets van moesten hebben.
Lindsey verbond allerhande bijbelse profetieën met de politieke en maatschappelijke context van zijn dagen. Met name het boek Openbaring leent zich hiervoor. Vallende sterren die dood en verderf zaaien kunnen gemakkelijk uitgelegd worden als atoomraketten, en wanneer gesproken wordt over een legermacht die uit een windstreek komt opzetten, is het een koud kunstje hier een hedendaagse grootmacht zoals Rusland2 of China in te lezen.
Lindsey haalde alles uit de kast om zijn visie op de eindtijd kracht bij te zetten. Strategische scenario’s en moderne wapenapparatuur werden in zijn boeken moeiteloos verbonden met profetieën uit lang vervlogen dagen. Immers; God liegt niet en de Bijbel is Gods Woord, zo redeneerde hij, en met hem vele Christenen.
Lindsey ging echter verder dan alleen het duiden van actuele gebeurtenissen met behulp van de bijbel. Evenals het zo even genoemde Zoeklicht-magazine voorspelde hij nogal eens de toekomst met behulp van bijbelse profetieën.
Lindsey was niet de enige die de toekomst negatief bezag. Na de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, waaraan een einde gemaakt was door twee allesvernietigende atoomexplosies, werd duidelijk waartoe de techniek van de mens deze bracht, en maakte het optimisme van de 19e en begin 20e eeuw plaats voor pessimisme. De kille schaduw van de Koude Oorlog en de dreiging van een nucleaire winter voedde de angst voor de toekomst, en de vraag waar de machinerie die de mens had gecreëerd hem zou brengen.
In dit culturele klimaat, waarin de grillige toekomstvisioenen van George Orwell en Aldous Huxley gretig gelezen werden, en science-fiction in film en lectuur de visie verspreidde dat de mens bedreigd werd door een invasie van buitenaf, konden Lindsey’s boeken gedijen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook bij de catastrofe van 11 september de bijbels weer opengeslagen werden en het spel van puzzelen en associëren weer opnieuw begon. Een spel dat nog eens extra gestimuleerd wordt door door de tweede generatie eindtijdboeken, de Christelijke apocalyptische romans. Een serie als De Laatste Bazuin van Jerry Jenkins en Tim La Haye stond lange tijd in de Christelijke boeken-Top Tien. Van het eerste deel van de serie is zelfs al een film gemaakt. Het presenteert zich als fictie, maar wordt gelezen als de definitieve uitleg van het boek Openbaringen.2*
Opvallend in dit alles is dat slechts één visie op de eindtijd steeds terugkomt in studieboeken, romans en films. Deze visie, die zowel door de redactie van het Zoeklicht, als door Hal Lindsey, als door de schrijvers van De Laatste Bazuin wordt aangehangen heet het premillennialisme3.
In deze visie zal het als volgt met de wereld aflopen: De wereld zal zich van God afkeren, de Kerk zal vervallen tot ongeloof, deze twee samen zullen zich tegen Israël, Gods uitverkoren volk, keren. Rampen, plagen, oorlogen en aardbevingen zullen de wereld treffen. Er zal een wereldregering aantreden en een antichrist opstaan. Tenslotte zal Jezus Christus met alle ware gelovigen terugkomen om zijn tegenstanders letterlijk weg te vagen.
Daarna zal het koninkrijk van Christus aanbreken, dat duizend jaar zal duren. De gelovigen zullen regeren, en Israël zal zijn land terugkrijgen4. Jezus zal dan koning zijn over Israël. Aan het einde van deze duizend jaar zal de duivel losgelaten worden en volgt de allerlaatste strijd. Daarna is het over en uit, en zal iedereen voor God moeten verschijnen om geoordeeld te worden.
Volgens het premillennialisme leven wij nu dus vóór de tijd van plagen en rampen waar Openbaringen over spreekt, en staat de wereld op het punt over te gaan in een tijd van wereldwijde catastrofes. Daarom wordt elke wereldwijde politieke ontwikkeling door Christenen die in deze eindtijdsfeer ademen nauwlettend in de gaten gehouden.
We moeten beslist niet onderschatten hoeveel Christenen op deze wijze in het leven staan. In Nederland is deze visie bepalend voor het evangelisch christendom, en in de VS evenzo. Miljoenen geloven dat de wereld op het punt staat te eindigen in een spiraal van ellende die eindigt in een bloedig Armageddon en kijken afwachtend naar de hemel op zoek naar een spoor van Christus op de wolken.
Hoog tijd dus om te zien in hoeverre deze visie klopt. Dat willen we hier gaan doen. In een reeks artikelen willen we ingaan op de volgende vragen:
De vragen wat er is uitgekomen van Jezus' eindtijdvoorspellingen en wat Babylon precies is, zullen daarbij fundamenteel blijken te zijn.
Terughoudendheid en noodzaak tot spreken
Calvijn maakte op ieder bijbelboek een commentaar, behalve op Openbaring. Dat vond hij te riskant. Een ook vandaag zwijgen de kerken uit schroom, op het verkeerde spoor te raken. Iemand als Feike ter Velde stoort zich daaraan: "..ik vind wel dat hier ernstige woorden gesproken moeten worden, profetische woorden. Ik betreur het diep dat in de herdenkingsdienst van de Raad van Kerken, die ook op televisie is uitgezonden, dit absoluut niet werd gehoord."6
Toch dient een helder geluid te klinken, naast alle apocalyptische en pseudo-bijbelse eindtijdtheologie. Ik pretendeer niet het laatste antwoord te hebben. Er is wel het Woord van God, dat mits vakkundig en zuiver uitgelegd, houvast biedt.
* Zie in Actueel: Krijgt Hal Lindsey toch gelijk? - 15 september 2001
1. ‘Grote Stad gevallen’ - Profetie vervuld?, CV-Koers, jaargang 3, nr. 10, oktober 2001, p.13
1* Ter Velde riep daarmee een discussie op onder evangelischen, wanneer profetie nu wel en niet toepasbaar was. Zie in Actueel: Willem Ouweneel en Feike ter Velde in de clinch - 22 september 2001
2. In Lindsey’s hoogtijdagen - de tijd van de Koude Oorlog - nog de Sovjet-Unie.
2*. Zie in Actueel: ‘Aanslagen slechts glimp van eindtijd’ - 8 november 2001
3. Het begrip ‘millennialisme’ is afgeleid van het woord ‘millennium’ dat duizend jaar betekent. In het boek Openbaring speelt het zogenaamde ‘Duizendjarig rijk’, een gouden eeuw waarin Christenen heersen, een belangrijke rol. Premillennialisten geloven dat Jezus vóór de aanvang van dat rijk in zijn verheerlijkte menselijke gedaante op aarde zal terugkeren. Vandaar het voorvoegsel 'pre', dat 'vóór' betekent.
In feite hangen genoemde personen en instanties tevens een nog specifiekere
visie aan, binnen dit premillennialisme. Zij geloven ook dat Jezus terug zal
komen vóór een periode van ongekende spirituele duisternis, de zogenaamde
'grote verdrukking'. Hij zal de gelovigen dan ophalen om hem te bewaren voor
'dat uur' van verdrukking.
Binnen het premillennalisme is er discussie over de vraag of Jezus terug komt
vóór, tijdens, of na die periode van verdrukking, waarin de Antichrist regeert
en Israël vervolgt wordt.
De visie dat Jezus terugkomt vóór de grote verdrukking is zeer wijdverbreid,
en wordt onder andere uitgedragen door de Vergadering van Gelovigen, Hal
Lindsey, en Jerry Jenkins & Tim La Haye in hun serie 'de Laatste Bazuin'.
4. Men leest dit uit Openbaring 19:11 t/m 20:4
5. Het postmillennialisme zegt, in tegenstelling tot het premillenialisme, dat pas ná de 'gouden tijd' van het Duizendjarig Rijk, Jezus in zijn verheerlijkte menselijke gedaante op aarde zal terugkomen om het laatste oordeel te voltrekken. 'Post' betekent dan ook 'na'.
De amillenialist gelooft niet dat er een werkelijke 'gouden tijd' zal zijn. 'A' betekent 'niet'. Hij gelooft evenals de postmillenialist en de premillenialist dat Christus uit de hemel zal komen om de levenden en de doden op te wekken. En evenals de postmillenialist, maar in tegenstelling tot de premillenialist gelooft hij niet dat dit duizend jaar vóór het oordeel over de volken plaats zal vinden. De amillenialist ziet het duizendjarig rijk als een beeld voor de tijd dat God 'alles in allen' zal zijn. Met andere woorden, Openbaring 20:1-6 vallen samen met Openbaring 21-22.
6. ‘Grote Stad gevallen’ - Profetie vervuld?, CV-Koers, jaargang 3, nr. 10, oktober 2001, p.13
© Tjerk W. Muller, Rijswijk, 2001.
Aantal bezoekers sinds 7 november 2001:
Site Design: Copyright ©
1998-2000 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 20 oktober 2001
Pagina bijgewerkt op: 10 november 2001