Hoe beoordeelt men het verschijnsel T.B. Joshua?

door

 Tjerk W. Muller

 

 

Samenvatting: Evangelisch Nederland houdt zich in het jaar 2002 bezig met de vraag of T.B. Joshua, een succesvolle prediker uit Lagos, Nigeria, wel bona fide is. Meer dan duizend Nederlanders vertrokken naar Nigeria om daar genezing te ontvangen of Gods heil te aanschouwen. Ook charismatische en evangelische leiders als Bert Panhuise (Eurospirit) en prof.dr. Willem J. Ouweneel (Evangelische Hogeschool, voorman Vergadering van Gelovigen) gingen naar Nigeria om Joshua te ontmoeten. Maar met absoluut tegengestelde conclusies. Is Joshua de hoop van zieke gelovigen, of is hij een agent van de duivel?  

Tjerk Muller legde een brede reeks artikelen, verklaringen en ooggetuigeverslagen naast elkaar en stelde zich de vraag: hoe moet iemand die in Nederland achterblijft dit verschijnsel beoordelen? 

Moeilijkheid:

Navigatietips:

Algemene disclaimer: zie onderaan

© Tjerk W. Muller, Den Haag, 2002


Inhoud

De aanleiding

De kritiek

De voorstanders van T.B. Joshua

De stukken naast elkaar leggen

1) T.B. Joshua een sjamaan?

2) Mensonterende praktijken

3) Autoritaire houding en persoonsverering

4) Vreemde leer en vreemde inzettingen

De waardering

Conclusie

Noten


De aanleiding

In november 2001 gaf het charismatische e-mailbulletin Joel News een in juichtonen gestemd artikel Op bezoek bij T.B. Joshua in Nigeria weer, een artikel dat reeds eerder verschenen was in Charisma magazine onder de titel Gods heerlijkheid in Nigeria. Het artikel handelde over de wonderen die profeet T.B. Joshua in Lagos, Nigeria deed, geschreven door de voorganger van de Kom en Zie-gemeente in Schinnen, Wim van de Berg. In het artikel werd gewag gemaakt van de wonderen die God door de profeet T.B. Joshua gedaan zou hebben: demonen worden uitgeworpen, Aidspatiënten genezen, gevaarlijke abcessen worden met kracht het lichaam uitgeduwd. Een en ander gaat er heftig aan toe, zoals ook te zien valt op de video's van T.B. Joshua in actie, die ook in Nederland gretig aftrek vinden.

Enkele maanden later, in Nieuwsbrief 136, komt Joël News echter min of meer terug op haar woorden. Ook bij T.B. Joshua is het niet alles goud wat er blinkt. Er zijn veel getuigenissen van mensen die onder de handen van Joshua genezingen en krachten hebben waargenomen die bij Joshua langsgeweest waren, hadden volgens Joël News negatieve ervaringen.

In de nieuwsbrief komen Bert Panhuise, voorzitter van EuroSpirit, de organisatie die een jaarlijkse charismatische conferentie belegt en Arie Potuyt van Messiah Television Rotterdam aan het woord. Zij reisden af naar de Synagogue of All Nations, de kerk van Joshua, om TV-opnamen te maken voor TBN Europe. Wat zij daar meemaakten, riep zodanig veel vragen bij hen op, dat ze besloten om het filmmateriaal voorlopig niet uit te zenden.

 

De kritiek

De vragen van Panhuise en Potuyt lagen rond de volgende waarnemingen: 

  1. "Er vindt in de Synagogue geen waterdoop plaats en van de 20.000 gemeenteleden is T.B. Joshua de enige die in tongen spreekt. 
  2. Sterker nog, de profeet schrijft zelfs in tongen, en wie dat schrift aanraakt, ervaart de 'kracht van God'.1 
  3. Het avondmaal wordt niet gevierd met brood en wijn, maar met 'gezegend water'. 
  4. Medewerkers die het kantoor van de profeet betreden, moeten dit volgens ooggetuigen op hun knieën doen. 
  5. Wie Joshua aanspreekt, mag geen 'broeder' zeggen, maar moet de titel 'profeet' gebruiken. 
  6. Wie openlijk zonden belijdt, moet ook alle 'oude zonden' die vroeger al eens zijn beleden weer oprakelen. 
  7. Bij aankomst in Lagos werden Panhuise en Potuyt door de assistenten van de profeet geïnstrueerd dat ze gedurende hun verblijf in de Synagogue niet mochten bidden en vasten." Mensen die tegen het verbod van Joshua in wilden bidden en vasten, werden geïntimideerd."

Het e-mailmagazine vervolgt:

"De kanttekeningen van deze Nederlandse bezoekers staan niet op zichzelf. Lee Grady, redacteur van het Amerikaanse blad Charisma, net teruggekeerd van een bezoek aan Lagos, schroomt niet om Joshua een 'sjamaan' te noemen die "misbruikt maakt van charismatische goedgelovigen". Volgens Grady hebben veel kerken in Nigeria openlijk afstand genomen van Joshua en de Synagogue."2

om dan te concluderen:

"De conclusie dat het om een 'gemengd koninkrijk' gaat, lijkt gerechtvaardigd. Er gebeuren in de Synagogue krachtige genezingen, waarvoor God de eer krijgt. En er is sprake van sectarisme en demonische invloed."3  

Op de term 'gemengd koninkrijk' is Joel News scherp aangevallen door het evangelische maandblad Uitdaging, dat de bevindingen van Panhuise en Potuyt overnam, en er eigen commentaar bij plaatste.4 Marc van der Woude geeft aan de toon en stijl van Uitdaging weinig netjes te vinden. Toch kan hij moeilijk ontkennen dat het idee van een 'gemengd koninkrijk' lijkt op een wat gekunstelde formule: Hoewel Van der Woude niet meer om de negatieve (ooggetuige)berichten heen kan, wil hij toch ook blijven kunnen volhouden dat er in Nigeria dingen van God gebeuren.

De kritiek op T.B. Joshua is in ieder geval niet van de lucht. Bill Randles schreef in een Zuid-Afrikaanse krant een 'Rebuke of T.B. Joshua' (vermaning aan het adres van T.B. Joshua) waarvan op het internet uittreksels in het Engels en het Afrikaans te lezen zijn. De kritiek van Randles betreft met name de wijze waarop Joshua met mensen omgaat en de magische technieken die hij gebruikt om te genezen.

 

De voorstanders van T.B. Joshua

Opmerkelijk is dat juist terwijl de kritiek zo hoog oplaait EO-visie twee ronduit positieve artikelen publiceerde over T.B. Joshua. Het eerste artikel verscheen in Visie 9-3-2002 van de hand van Gianni Brisson. In het tweede artikel, in Visie 24-4-2002, nam evangelische voorman dr. Willem J. Ouweneel, het in het bijzonder voor Joshua op. Ouweneel is inmiddels een ware kruistocht vóór T.B. Joshua begonnen:

„Ik ben geschrokken van wat ik op internet over Joshua vond". Ouweneel spreekt over de 'belastering' van Joshua's bediening in Nederland: "Hijzelf klaagde tegenover mij dat zijn ergste tegenstanders gevonden worden in Nederland en Zuid-Afrika; in Nederlandse bladen zijn inderdaad al pure leugens over hem verbreid, die ik ter plekke gemakkelijk kon ontzenuwen."6

Hij doelt daarbij op de kritiek van Panhuise en Potuyt, aldus het Nederlands Dagblad in een artikel 20 april 2002. In Ouweneels ogen is T.B. Joshua allerminst autoritair, zoals Panhuise en Potuyt beweren, maar nederig en geeft hij God en Jezus Christus alle eer. Ouweneel zegt in Nigeria de werkelijkheid van God Geest ervaren te hebben door in de ogen te kijken van mensen die daar genezen waren, en hekelt in verschillende artikelen de Westerse, rationalistische manier van omgaan met het werk van de Heilige Geest.7

Dat is opvallend, aangezien Ouweneel begin jaren 80 extreem-charismatische verschijnselen (zoals die zich blijkbaar ook bij Joshua voordoen) nog radicaal afwees als zijnde occult, in zijn Domein van de Slang, het boek waardoor hij zich in evangelische kring de naam verwierf als de expert op dit terrein.

Ouweneel werd bij Joshua geïntroduceerd via zijn dochter, Josien Baksteen, die in Nederland voor Joshua werkt. Ouweneels kleindochter onderging een genezing onder de handen van T.B. Joshua. Binnen de kring van de Vergadering, waar Ouweneel regelmatig lezingen geeft, wordt inmiddels opgemerkt dat de evangelische voorman de laatste tijd ruim aandacht geeft aan Joshua, en daarbij een ernstige toon laat klinken.8 

 

De stukken naast elkaar leggen

Hoe moet men, als je deze informatie verzamelt, en van verschillende kanten de geluiden hoort, de figuur van T.B. Joshua nu wegen? Is hij een profeet van God, of een agent van de duivel? Hoe bepaal je dat terwijl je in Nederland, op een afstand, naar deze discussies kijkt? 

Iemand die grote dingen doet in de naam van Jezus; dat is goed nieuws! Zei Jezus ook al niet, toen zijn discipelen hem erop attent maakte, dat er een man was die wonderen deed in zijn naam, zonder bij de groep van Jezus te horen: "Wie niet tegen mij is, is vóór mij."? (Markus 9:38, Lucas 9:49v.)

Niets aan de hand zou je zeggen: verblijd je in het werk dat God doet, wees blij voor hen die genezen zijn, voor hen die bevrijd zijn van de ketenen van zonde en ziekte, van dood en verderf. Dank God! En bij een eerste lezing van de berichten is dat inderdaad wat je denkt en wat als christen doet.

Maar dan komen de kritische berichten, en ze leggen de vinger bij een aantal zere plekken in de bediening van T.B.Joshua's genezingspraktijk en prediking. Kritiek waar je niet om heen kan, punten die je niet weg kan wuiven als onwil, jalouzie of rationalisme. 

Het is ook geenszins commotie om niets: Honderden Nederlanders gaan naar Nigeria omdat zij wanhopig op zoek zijn naar genezing of naar een teken van het leven dat uit God zelf is. Zoals hele drommen christenen in de negentiger jaren 'het levende water' in Toronto gingen proeven, zo gaat men nu naar Lagos Nigeria. 

Als T.B. Joshua slechts een lokale of zelfs profeet zou zijn, dan zou het verschijnsel slechts een probleem zijn voor de kerkleiders in Nigeria. Maar Joshua wil kerk-zijn voor alle landen met zijn 'Synagogue Church of All Nations' en uit alle landen stromen mensen toe om genezing te ontvangen. Soms komen ze met enthousiast thuis, soms komen ze ongenezen terug.

Ook in evangelisch Nederland is beroering ontstaan. Gebeurt Gods werk in Lagos, Nigeria? Komt er een opwekking naar Nederland? Of is er iets duisters, iets sinisters in deze profeet, iets dat nauwelijks van het werk van God te onderscheiden valt? Het is die vraag die evangelisch Nederland op dit moment in grote mate bezighoudt, en de uitkomst van die vraag zal bepalen of de stroom pelgrims vanuit Nederland naar Lagos, Nigeria, groter zal worden of zal uitdunnen. Het antwoord op de vraag van wie Joshua zijn krachten krijgt maakt of men duizenden mensen van de zegen, of juist van een vloek terughoudt.  

De wonderbaarlijke gebeurtenissen die rond de persoon van T.B. Joshua plaatshebben, zijn inmiddels genoegzaam bekend.9 Het punt waar de meningen uiteen gaan is niet of er zich bovennatuurlijke gebeurtenissen afspelen in Lagos, maar of T.B. Joshua wel bona fide is. De kritiek op Joshua strekt zich uit over vier terreinen:

  1. De praktijk van de genezingen: die zou sjamanistisch van aard zijn en dus niet van Godswege. 
  2. Mensen die zoeken naar genezing zouden onder Joshua's handen in een vernederende, mensonterende toestand geraken. Genezingen van Joshua gaan bovendien gepaard met nogal wat powerplay.
  3. De autoritaire houding van Joshua, en de cultus die hij rond zijn persoon lijkt te welgevallen.
  4. Zijn leer, in combinatie met sommige inzettingen, ingesteld door Joshua: die zouden onbijbels zijn.

Deze vier dingen gecombineerd maakt het dat verscheidene evangelische leiders een behoorlijke zaak tegen Joshua menen te kunnen maken. Laten we ze een stuk voor stuk, nuchter en eerlijk bekijken, afgaande op de getuigenissen en artikelen die er voorhanden zijn.

1) T.B. Joshua een sjamaan?

Vooronderstelling: God versus menselijke cultuur?

Onder de beschuldiging dat T.B. Joshua een sjamaan zou zijn, en dus meer zou ophebben met de Afrikaanse animistische spiritualiteit dan met het Christendom, zit de veronderstelling, dat de bijbel zelf van buiten de menselijke cultuur komt en dus buiten de menselijke cultuur staat. Er zijn dan twee soorten profeten: profeten die hun inspiratie van de levende God halen, wiens woorden en handelen senkrecht von Oben in de menselijke werkelijkheid neerdaalt, en profeten die hun ideeën weghalen bij wat er onder mensen aan bijgeloof leeft, en zo de mensen manipuleren, al dan niet met behulp van paranormale krachten.

Wie zich verdiept in het verschijnsel profetie in het Antieke Midden-Oosten merkt echter, dat deze voorstelling van zaken veel te eenvoudig is. Israël is doordrenkt geweest van de Oud-Oosterse cultuur: Er waren via Kanaän handelslijnen naar Mesopotamië, waardoor een culturele kruisbestuiving plaats kon vinden tussen de Mesopotamische culturen en de maatschappijen van het 'beloofde land'. Israël heeft zo weet gehad van de mythologische voorstellingen en gebruiken van haar culturele omgeving. 

Daarnaast hanteren veel christenen de opvatting dat Israël vanaf de intocht de Kanaänieten uitermate cultuurvijandig gezind is geweest. Ook dat is een onjuiste voorstelling van zaken. Israël heeft juist veel voorstellingen van de Kanaänieten overgenomen. De naam El voor de hoogste god bijvoorbeeld, en de naam Baäl (= meester) als aanduiding van de strijdbare godheid. Later, in de profetische tijd, zijn deze namen weggezuiverd en in onbruik geraakt, omdat men ze verbond met het heidendom. Maar in de oudere teksten vindt men ze onbekommerd gebruikt. 

Ook de voorstelling van de Heer die op de wolken rijdt is waarschijnlijk afgeleid van de Kanaänitische gedachte dat Baäl de wolken tot zijn voertuig had (vgl. Ps.104:3, Jer.4:13). Bovendien is de praktijk van Israël veel heidenser geweest dan onze puriteinse lezing van het Oude Testament het wil doen voorkomen: afgoderij was de regel, exclusieve verering van de Heer de uitzondering.10 Pas door de Babylonische ballingschap is Israël werkelijk gezuiverd van heidense invloeden, omdat ze hard op zoek moest naar een nationale identiteit. De ballingschap is een louterend vuur geweest; theologisch zou men moeten zeggen dat Israël pas toen ten volle haar bestemming heeft gezien, godsdiensthistorisch zou men kunnen zeggen dat Israël zoals wij ons dat voorstellen vanuit het Oude Testament, pas vanaf dat moment is ontstaan. In het Israël vóór de ballingschap was de Heer voor de meeste Israelieten waarschijnlijk slechts één van de goden die men vereerde. 

Hoe zit dat dan met de Bijbel?

Vergelijken we het materiaal dat bekend is uit Mesopotamië (onder andere uit het archief van Mari) dan zijn er treffende parallellen tussen het optreden van Israëls profeten en die van de omliggende volkeren. In een aantal van de fragmenten die ons bekend zijn wordt bijvoorbeeld de toorn van een godheid over een stad uitgesproken, of juist de bescherming van de godheid over een stad. Meerdere malen vinden we in dergelijke teksten dat de koning door de beschermgod van de  stad aangesproken met de formule "Vrees niet" (vgl. Ex.20:20, Dt 31:8, I Sam 12:20, Jes. 10:24). De heidense profeten komen tot hun inzichten door dromen en visioenen, die ze soms in de tempel ontvangen (vgl. I Kon. 3:4,5 en Jes. 6). Soms krijgt men daarbij een kijkje in de raadsvergadering van de goden, waarvan El de voorzitter is en de belangrijkste steden hun goden in vertegenwoordigd hebben. (vgl. Ps. 82, Jer. 23:18, Job 1:6, Job 15:8, I Koningen 22:19)

Kijken we dan naar de concrete praktijk van godsmannen en profeten, dan valt op dat hun optreden vaak magische trekken heeft. We kunnen daarbij denken aan Samuël, die de jonge Saul opdraagt, zich te voegen bij een groep extatische profeten (I Samuël 10:5-12). We kunnen denken aan Elisa die in navolging van zijn leermeester boven op een overleden jongen gaat liggen, mond op mond, ogen op ogen, handen op handen, voeten op voeten, om zijn levenskracht op de jongen over te dragen (vgl. I Koningen 17:22 met 2 Koningen 3:15), die om een orakel te kunnen geven in trance gebracht wil worden door een citerspeler (2 Koningen 3:15) en het Pijlorakel niet schuwt (2 Koningen 13: 14-19). Als Elisa vandaag geleeft zou hebben zouden we hem zeker van magische praktijken beschuldigd hebben: zijn lichaam zat zelfs zo vol magische kracht dat zijn beenderen nog iemand opwekten (2 Koningen 13:21)
En laten we de priesters met hun orakeltas niet vergeten, waarin de Urim en de Tummim zaten, een soort dobbelstenen waarmee de wil van de Heer getracht werd te lezen (vgl. Ex. 28:30, Num. 27:21, I Sam. 14:42 & 28:6, en Ezra 2:63).

We kunnen zelfs Christus van magische praktijk verdenken, als hij modder op de ogen van de blinde smeert, dat hij af moet wassen in het wonderwater van Bethesda.(Joh.9:11)

Maar Jezus Christus, Samuël en Elisa zijn door de christelijke Kerk als ultieme Godsmannen gecanoniseerd en onaantastbaar. T.B. Joshua leeft onder ons en valt dus nog te bekritiseren. De scheiding tussen de heiligen en de hedendaagse profeten is echter - als het over hun handelen gaat - feitelijk flinterdun. 

'Bijbels' tegenover 'heidens'?

We moeten ophouden, het geforceerde schema te hanteren, waarin heidense praktijk en gelovige praktijk duidelijk verschillend in vorm tegenover elkaar staan. Voordat er ook maar een gelovige praktijk was, was er de heidense. Die heidense, beter gezegd: algemeen menselijke praktijk schept de vorm waarin de gelovige praktijk gestalte krijgt.in verschillende culturele achtergronden. Of dat nu gaat om de  Oud-Oosterse, de Aziatische, de Grieks-Romeinse, de Noord-Amerikaanse of de Afrikaanse. 

Dat er in vorm geen onderscheid te maken valt tussen de heidense praktijken en de gelovige praktijk is voor veel christenen bedreigend. Het betekent namelijk dat de Bijbel menselijker wordt. Het lijkt dan iets van haar Goddelijke status te verliezen. Wat is nog het verschil tussen de heidense praktijk en de gelovige praktijk? Eenvoudig dit: de God tot wie men zich richt. Israël is geroepen zich exclusief te verlaten op de ene God die zich niet laat kennen met een lokaliseerbare en dus manipuleerbare naam, maar slechts met de Naam: Ik zal er voor je zijn [op het moment dat je me nodig hebt.] (Ex. 3:14)

Nu zal iemand zeggen: 'Dit wisten we allang: de duivel is immers de aap van God'7. Maar dat suggereert weer dat er eerst de gelovige praktijk was, en toen de heidense, als verbastering daarvan. Het is feitelijk gezien juist andersom: eerst is er de heidense culturele achtergrond (hetzij in Kanaän en het Oude Oosten; hetzij in Afrika) en binnen die achtergrond verschijnen mensen die zich verbinden aan de Naam van de Levende God, de God van de Bijbel en die gebruik maken van de binnen hun cultuur (polytheïstisch Kanaän, animistisch Nigeria) voor handen zijnde middelen om God voorstelbaar te maken en aanwezig te stellen.

Theologisch zou men moeten stellen, dat de Here God zich naar ons vooroverbuigt en zich aan onze voorstellingswereld aanpast, om met ons in contact te treden. Als wij mensen denken dat God iemand geneest door zich onder te dompelen in water (2 Koningen 5), door de vingers in de oren te stoppen en speeksel op de tong te leggen (Markus 7:31-35) of door zalving (Jac. 5:14), doet de Schepper van het Universum niet moeilijk over procedures. De Heer is geen kosmische bureaucraat. Hij is de levende God die op weg gaat met concrete mensen met concrete voorstellingen over hoe de werkelijkheid in elkaar zit en 'hoe de dingen werken'. Het gaat de God van de Bijbel niet om de handeling op zich, maar om intentie, om geloof en niet in de laatste plaats: om de plannen die Hij met iemands leven heeft.

Ik sluit dus aan bij Hans Keijzer, voormalig directeur van de Evangelische Zendings Alliantie die meent dat in de beoordeling van de profeet wel rekening gehouden moet worden met de Afrikaanse cultuur, waarin T.B. Joshua werkt.11

Kortom...? 

Elisa geneest door op de jongen te gaan liggen (2 Koningen 3:15), raakt in trance door naar een citerspeler te luisteren (2 Koningen 3:15) en voorspelt de toekomst via een pijlorakel (2 Koningen 13: 14-19). Micha ben Jimlah voorzegt de toekomst door in de godenraad te kijken (I Koningen 22:19), en T.B. Joshua beweegt mensen door handgebaren, en geneest ze door over zijn eigen lichaam te wrijven. Dat zegt op zich nog niets over de bron waaruit zij putten. Die bron wordt pas achteraf duidelijk. Ze wordt vastgesteld door de geloofsgemeenschap die bepaald heeft, dat het hier om een bonafide profeet gaat.

Dat wil niet zeggen dat je broeders en zusters in het geloof niet aan zou mogen spreken op hun daden in die zin, dat men hen er op attent zou kunnen maken dat bepaalde praktijken de suggestie wekken dat het hier om één en hetzelfde zou gaan als wat de sjamanen, de pythia de guru's doen. Als het er echter om te doen is iemand af te rekenen, moet men echter wel consequent willen zijn: precies dezelfde kritiek zou men dan ook op Oud- en Nieuw-Testamentische godsmannen kunnen leveren; en zover zouden de meeste christenen niet durven gaan, vermoed ik.

Ook Joshua's opmerking naar een journalist toe, dat hij geen vis eet, omdat sommige mensen die hij bevrijdt half vis zijn (vanwege de geesten in hen)5 moet in dit licht worden beoordeeld. Mijns inziens neemt Joshua hier ideeën over uit zijn Afrikaanse achtergrond. Maar ook de Bijbel geeft geesten weer met behulp van dierenvormen.12 Hierachter schuilen weer culturele voorstellingen uit het Oude Oosten.

Het moge duidelijk zijn dat ik niet onder de indruk ben van de kritiek dat Joshua's bediening veel weg heeft van sjamanistische praktijken. Op die praktijken mag je een christen trouwens best aanspreken.13 Je kunt iemand er echter niet zonder meer op afrekenen dat hij dingen doet die veel lijken op wat er in heidense religies voorkomt, want dan zou je de Godsmannen uit de Bijbel ook als sjamanen en heidense zieners moeten aanklagen. 

2. Mensonterende praktijken

Hier kunnen we kort over zijn: Zonder meer is het merkwaardig dat mannen en vrouwen hun schaamte moeten ontbloten om genezen te kunnen worden. Zeker in vergelijking met het verhaal van Jezus en de bloedvloeiende vrouw is het contrast opmerkelijk. Je vraagt je af waar die vernedering voor nodig is. Zeker wanneer je bedenkt dat de mens volgens de Bijbel het beeld van God is.

Ook het feit dat de bezetenen door Joshua zó worden bewogen, dat ze door het bloed, de pus en het braaksel van anderen rollen, stemt tot bezinning. Gaat God zó met mensen om?

De vraag is ook of de manipulatie van het lichaam van anderen bedoeld is om die ander iets over God duidelijk te maken, of om het machtsgevoel van Joshua te voeden.

3. Autoritaire houding en persoonsverering

Daarmee raken we aan het derde aspect waarop Joshua negatief beoordeeld wordt. Verschillende aanwijzingen geven aan dat T.B. Joshua een bepaalde arrogantie niet ontzegd kan worden. Dat is overigens heel gebruikelijk bij geestelijke leiders uit alle delen van de wereld, ook al weten ze dat 'God alle eer toekomt' en zullen ze dit met de lippen ook belijden. 

Getuigenissen zoals de volgende schetsen het beeld van persoonsverheerlijking

Onaantastbaarheid

Achter dat laatste punt lijkt een opvatting over het werk van de Heilige Geest in de gelovige te schuilen, waarbij de Geest de gelovige onfeilbaar maakt in handel en wandel, als de gelovige zich helemaal aan God wijdt. T.J. de Ruiter16, voorganger van de pinkstergemeente Elim in Hilversum onderzocht T.B. Joshua's onderwijs middels een aantal preken en wijst op uitspraken als de volgenden over de Heilige Geest: "Hij neemt algehele controle van al onze handelingen, uitingen en gedachten."17 en "Een ander doel van de Heilige Geest is te voorzien in persoonlijke onfeilbaarheid, zodat alles wat u schrijft, zegt of doet voor Christus, correct, accuraat en volledig zal zijn."18

Als Joshua gelooft dat hijzelf in de heilige Geest gedoopt is in de moederschoot, en dat deze doop bij andere ter discussie staat, is zijn eigen onfeilbaarheid daarmee een feit. Hij is daarmee formeel gezien niet meer vatbaar voor vermaning of kritiek. Wat de gezalfde in de Geest doet en zegt (en zo ziet hij zichzelf blijkbaar, hierin bevestigd door de wonderen en tekenen die hij doet) is bij voorbaat volledig juist.

Als Joshua zichzelf als onfeilbaar beschouwt, valt hij niet meer aan te spreken op zijn gedrag. Als spiegel van Christus, volkomen geleid door de Geest, is hij immers onaantastbaar. Dat is strijdig met I Kor. 14:29, waar uitdrukkelijk gezegd wordt dat de Goddspraak van een profeet aan het oordeel van de gemeenschap van gelovigen is onderworpen. 

Wat ook reden zou moeten zijn tot oplettendheid is dat Joshua kennelijk allerlei verschillende gaven en ambten naar zich toe heeft getrokken: Hij noemt zich profeet, genezer, hij doet wonderbaarlijke krachten, is opziener en leraar. Er schijnen verder geen oudsten, diakenen of profeten te zijn. Hij beheerst dus het hele gemeenteleven van de Synagogue Church. Dat is vragen om de verleiding die macht en status met zich meebrengen. Het gaat ook in tegen wat Paulus leert, namelijk dat er verscheidenheid van gaven is. (I Kor. 8-10; 28-30). Het valt natuurlijk niet bij voorbaat uit te sluiten dat T.B. Joshua uitzonderlijk gezegend is met veel verschillende gaven, maar de verleiding wordt voor zo iemand groot, zijn eigen handelen en zijn positie door middel van verschillende rollen te rechtvaardigen:

De man valt dus allerminst te benijden, ook als hij te goeder trouw zou zijn. Hij heeft zichzelf in een positie gebracht waarin hij als feilbaar mens eigenlijk gedoemd is te vallen in de strikken van status en macht.  Zijn leer dat de Heilige Geest hem onfeilbaar maakt, draagt daar alleen nog maar toe bij, als het al niet een symptoom ervan is, dat hij reeds in de strik van de Tegenstander gelopen is.

4. Vreemde leer en vreemde inzettingen

Met de opmerkingen van T.J. de Ruiter over de onfeilbaarheid die Joshua zichzelf toemeet door de Heilige Geest komen we al op de soms opmerkelijke leerstellingen en inzettingen die Joshua voorstaat. 

Stuk voor stuk zijn dit bizarre verbasteringen van het evangelie door een charismatisch leider, die niemand meer heeft om hem te corrigeren, die alleen opereert en zijn solisme kan rechtvaardigen met een beroep op de tekenen en wonderen die vanuit zijn handen geschieden. Jezus' zendingsbevel is ten aanzien van de doop duidelijk genoeg, net als de praxis van de apostelen en in navolging van hen de hele Kerk, alle eeuwen door. Voor het avondmaal geldt precies hetzelfde.

Dat iemand die zijn zonde belijdt ook alle oude zonden weer moet belijden, bij een speciaal altaar, is ronduit bizar. Alsof God ervan geniet de zonde nog eens te horen. Het is mensonterend en het stompt mensen ook af, omdat het psychisch ondraaglijk is om elke keer weer dezelfde zonde te doorleven. 

Bidden en vasten wordt in de charismatische wereld gebruikt als een methode om 'in te stemmen op wat de Geest zegt', met het doel fijngevoeliger te worden voor de spirituele achtergrond van een persoon of zaak. We mogen ervan uitgaan dat Joshua dit weet, en het valt goed voor te stellen hoe één en ander bij Panhuise en Potuyt overkomt. Men zou voor een definitief oordeel moeten weten wat Joshua verwacht dat bidden en vasten uitwerkt, maar reden tot waakzaamheid is het zeker. Het doet denken aan het bevel dat Rodney Howard Browne eens gaf aan iemand, om 'op te houden met bidden' omdat de persoon in kwestie in de geest van het lachen moesten komen.

 

De waardering

Hierboven heb ik het volgende probleem gesteld: In Nederland horen we over de wonderbaarlijke dingen die pastor T.B. Joshua in Lagos, Nigeria doet. Reeds meer dan duizend Nederlanders zijn naar Nigeria gegaan om daar genezing te ontvangen. Sommigen komen met ontroerende, geloofsopbouwende verhalen terug. Anderen zijn ronduit kritisch, en vallen Joshua aan op meer dan één punt. Hoe moet je, als thuisblijver hier in Nederland, dit fenomeen nu beoordelen? We hebben zo gauw ons negatieve oordeel al klaar.

In dit artikel heb ik de getuigenissen naast elkaar gelegd, zoals men een dossier met documenten op een bureau kan uitspreiden. En ik heb geselecteerd. Een stapel wonderbaarlijke genezingen. Dikke stapel, en de verhalen zijn zó veelvoorkomen dat we ervan uit mogen gaan dat er in Lagos werkelijk op grote schaal wonderbaarlijke genezingen en  bovennatuurlijke verschijnselen voorkomen. Daarnaast heb ik de kritiek in categorieën ondergebracht.

  1. Joshua's handelen lijkt teveel op die van de sjamanen om vanuit God te kunnen zijn. Die kritiek snijdt geen hout. Als je zo redeneert, zou je allerlei Godsmannen uit de bijbel, inclusief Jezus zelf, ook af moeten schrijven. Je kunt niet zonder meer een 'Bijbelse' praxis tegenover de Afrikaanse zetten.
  2. Na het lezen van de getuigenissen, ook de positieve, lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat mensen in Joshua's praxis niet behandeld  worden als het beeld van God, maar als middelen om de macht te tonen. Van wie, vraag je je dan af? Van God of van de profeet Joshua?
  3. Uit verschillende getuigenissen blijkt dat Joshua zichzelf veel macht toekent, en dit ook theologisch wenst te verankeren. De profeet is daarmee onfeilbaar geworden en niet meer open voor kritiek. 
  4. Uit de getuigenissen blijkt dat Joshua losjes omspringt met de meest fundamentele Christelijke sacramenten als doop en avondmaal, en dat hij vasten om onderscheiding van geesten verbiedt. Dat geeft toch te denken.

De lezer zal begrijpen dat het oordeel veel positiever uit zal vallen wanneer men, met Ouweneel, de stapels kritiek no. 2, 3 en 4 afwijst als leugens, zodat men alleen de stapel succesverhalen overhoudt. Maar dat is te gemakkelijk. Ik ben het met Ouweneel eens dat sommige kritiek zoals die te vinden is op het internet zuiver bedoeld is om maar iets te vinden tegen Joshua.19

'Pure leugens'?

Het valt echter ronduit onvoorzichtig te noemen van Ouweneel, op grond van één eigen bezoek het getuigenis van anderen in discrediet te brengen als 'pure leugens'. Bert Panhuise en Arie Potuyt hebben er geen enkel belang bij Joshua zwart te maken. Integendeel: het zou hen veel beter uitkomen een oogje dicht te knijpen ten aanzien van één en ander, om goede sier met de geplande opnamen te maken, en Joshua te gelegener tijd bij Eurospirit uit te nodigen. Ik zie daarom niet zo goed in waarop dr. Ouweneel zijn oordeel baseert dat de negatieve getuigenissen over Joshua op leugens berusten. Waarom zou het onmogelijk zijn dat iemand anders zaken heeft bespeurd en gezien, die Ouweneel bij zijn bezoek zijn ontgaan? Hooguit zou Ouweneel kunnen zeggen: 'Ik ben er geweest, en mijn indruk was dat het hier gaat om een nederige man die mensen geneest in de naam van Jezus, en hiervoor God alle eer geeft. Ik heb bij mijn verblijf  niet waargenomen wat anderen wel zeggen te hebben gezien.' 

De ooggetuigeverklaringen van Panhuise en Potuyt blijven dus gewoon staan. En het weegt zwaar als Panhuise, die als voorzitter van Eurospirit continue te maken heeft met Pinkster- en Charismatische voorgangers en genezers, zulke kritische vragen stelt bij een charismatisch genezer, en Marc van der Woude, die vrijwel nooit een kritisch stukje over een Pinkstervoorganger of -genezer plaatst in Joel News, de conclusie dat er iets niet in de haak is, overneemt. Als zij twijfelen over Joshua's bediening, dan moet er behoorlijk wat aan de hand zijn. Mijns inziens stapt Ouweneel daar veel te gemakkelijk overheen.

Voor veel Westerse christenen wegen de sjamanistisch aandoende uiterlijkheden in Joshua's optreden en denken over de werkelijkheid zwaar. Het is opmerkelijk hoe weinig kritisch veel charismatische gelovigen in dat opzicht naar Amerikaanse pinkstervoormannen als Rodney Howard Browne en Benny Hinn kijken. Ik ben niet zo onder de indruk van dit argument, maar veel andere elementen in Joshua's optreden baren evenwel zorgen. 

T.B. Joshua is dus...?

Wie alle stukken en getuigenissen naast elkaar legt moet wel tot de conclusie komen dat er in Lagos, Nigeria mooie dingen plaatsvinden in de Naam van de Here God en Jezus Christus, maar dat er méér aan de hand is dan dat. 

Veel elementen in het optreden van Joshua vallen namelijk ronduit dubieus te noemen. Dan denk ik onder andere aan: de manier waarop hij met patiënten omgaat, de macht die tot uitdrukking komt door het op afstand bewegen van andermans lichamen, het op de knieën binnenkomen van zijn medewerkers, het zich laten welgevallen van de eretitel 'Master Healer of our time'. 

De leer van Joshua is niet gezond. Dat er geen waterdoop plaatsvindt gaat in tegen de Schrift. Dat het water in een tank verklaard werd tot het 'bloed van Jezus' is een bijna blasfemische verbastering van het Avondmaal, dat doet denken aan het bijgeloof uit de Europese middeleeuwen. Het feit dat er geen avondmaal in de Synagogue gevierd wordt staat daarmee in wrang contrast.

Bovendien leert Joshua inderdaad dingen waarvan je moet zeggen dat het voorkomt uit heidense, Afrikaanse cultuur, en dat met de Bijbel niets van doen heeft. Mensen die half mens, half vis zouden zijn bijvoorbeeld. Als hij daarvoor een visje wil laten staan, moet Joshua dat natuurlijk zelf weten, maar aangezien hij al zijn woorden en werken uit de invloed van de Geest legitimeert, verwordt zo'n voorstelling al gauw tot 'Goddelijke waarheid'

T.J. de Ruiter heeft laten zien hoe Joshua's leer over de Heilige Geest maakt, dat Joshua zichzelf in principe verheven heeft boven elke vorm van kritiek. De korte biografie van Joshua op de website van de Synagogue Church zegt zelf dat T.B. Joshua alleen vertrouwt op Goddelijke Instructies. Met het gevolg: bij verschil van mening over leer of praktijk is hij niet degene die zijn mening hoeft bij te stellen. Hij is dus onaantastbaar.

Al met al is het meest nuchtere oordeel voor een thuisblijver die de verschillende getuigenissen en artikelen verzamelt en beoordeelt, dat het hier niet zomaar om een fijne broeder gaat met een bediening die zo succesvol is dat anderen er jaloers op zijn, maar dat er wel degelijk van alles op Joshua valt aan te merken.

Dat zou op zich nog niet zo'n ramp zijn, indien Joshua open stond voor onderwijs. Maar het heeft er alle schijn van, dat hij alle charismata zoals de apostel Paulus die opsomt in het twaalfde hoofdstuk van zijn brief aan de Korinthiërs, in zichzelf vertegenwoordigd ziet. Dat brengt het gevaar met zich mee dat Joshua zich meer en meer zal openbaren als een sektarisch leider, die steeds vreemdere leringen zal ontwikkelen.

Conclusie

Naar Nigeria of niet?

De vraag waar het allemaal om draait is: indien je iemand kent in je familie of gemeente, die ernstig ziek is en weinig hoop op genezing heeft via de reguliere geneeskunde, zou je hem of haar dan met een gerust hart kunnen verwijzen naar de Synagogue Church in Nigeria. Ik vrees dat een het antwoord op die vraag, wanneer we alle informatie over de 'Greatest Healer of our Time' naast elkaar leggen, negatief moet uitvallen. 

Daarmee is niet gezegd dat Joshua een bewuste agent van de duivel is, die mensen in de strik van het heidendom en het demonische probeert te vangen, of bewust op dwaalleren probeert te brengen. Veeleer lijkt het te gaan om iemand die veel zaken uit de Bijbel niet begrepen heeft, omdat hij zich op eigen houtje geestelijk heeft ontwikkeld. Dat hij Jezus en de God van Jezus Christus de eer geeft valt in hem te prijzen, maar er doemen teveel donkere trekjes in de profeet op, om hier helemaal blind op te varen. 

Omdat ik de animistisch aandoende elementen in Joshua's praktijk en leer interpreteer vanuit zijn Afrikaanse achtergrond, en die invloed vergelijkbaar vind met de invloed die de algemeen Oud-Oosterse en specifiek Kanaänitische cultuur op de Godsmannen en profeten van het Oude Testament hebben gehad, is voor mij niet zo duidelijk als het voor Marc van der Woude is, of hier sprake is van 'demonische invloed'. Tenminste, niet méér demonische invloed dan in een willekeurige Nederlandse predikant of voorganger die er bizarre, eigengereide ideeën op na houdt, zichzelf een bijzonder instrument in Gods hand vindt en op allerlei wijze macht uitoefent over zijn gemeenteleden.

Aan de andere kant: ben je bereid zo'n risico te lopen, of erger nog: een ander zo'n risico te laten lopen? Dat Panhuise en Potuyt verboden werd op te bidden en te vasten weegt in dat opzicht voor mij zwaar. Ook bevreemd mij het bericht dat degenenen die hun zonden belijden dit moeten doen bij een altaar, waar ze tevens al hun oude zonden weer moeten oprakelen. En dan is er nog de ervaring die Bert Panhuise beschrijft in de Uitdaging van mei 2002, dat T.B. Joshua met een van zijn ondergeschikten hem apart namen om de zalving van de profeet op hem over te dragen, maar dat Joshua daarmee onmiddelijk ophield toen Panhuise de frase 'Het bloed van Christus' reciteerde, waarna hij in de ogen keek van Joshua's medewerker, en tot zijn schrik een bezeten blik ontwaarde.14

Werkt God niet in Nederland?

Wat opmerkelijk is in de discussie over T.B. Joshua, is dat niemand inbrengt dat we in Nederland toch ook gebedsgenezers hebben, nog afgezien van tal van charismatische en pinkstergemeentes. In Aalsmeer komen in een jaar toch met enige regelmaat internationale Christelijke genezers van faam langs. In Friesland worden cursussen in charismatische gaven gegeven, je kunt nog naar Eurospirit en zelfs de oerhervormde predikant M.J. Paul staat niet geheel onwillig tegenover ziekenzalving in de geest van Jakobus.

De vraag die bij mij rijst, als ik in de mond van T.B.Joshua lees dat hijzelf het niet is die geneest, maar dat het Jezus is, en dat zijn God een Universele God is, een God die niet op één plaats lokaliseerbaar is, maar alomtegenwoordig, is deze: Als God iemand niet in Nederland geneest, via Jan Zijlstra of een ander, waarom zou hij diegene dan wel in Nigeria genezen? Is God aan plaatsen of personen gebonden?

Oké, het is wáár: de apostelen hadden bijzondere krachten, méér dan anderen, maar dat was om hun verkondiging te staven; namelijk dat in Jezus de heerschappij van God was naderbij gekomen, die bevrijding betekende voor mensen die gevangen en gebonden zaten in schuld, ziekte, en waanzin. Het is wáár: de legeroverste uit Aram moest naar Israël komen, maar in Aram was niemand die zich verbond aan de Naam van de Heer, de levende God. Niemand dan een meisje dat de legeroverste verwees naar de man Gods in Israël.

Nederland kent echter wel mensen die zich verbinden aan de Naam van de Heer, zeer velen zelfs. En niet weinigen van hen geloven dat God ook vandaag nog wonderen en genezingen wil uitwerken. Juist in Nederland wordt de apostolische boodschap bewaard, en doop en avondmaal gevierd, zoals onze Heer het zijn discipelen heeft opgedragen. Is er nu niemand in Nederland, of wat dat betreft Duitsland, België, Frankrijk of Groot-Britannië door wie God zou willen werken? Is de Heilige Geest werkelijk meer aanwezig in Lagos Nigeria dan in Leiderdorp of Aalsmeer, Nederland? 

Dat Nederland meer verdorven zou zijn dan Nigeria geloof ik niet. Nigeria is niet voor niets een land dat kampt met de grootste aantallen HIV-besmettingen wereldwijd. En hoewel Nederland veel occulte genezers kent, is het nog altijd zo, dat wie een paragnost of magnetiseur bezoekt, hier een beetje geridiculiseerd wordt. Dat is in Afrika, waar de materialistische visie op de werkelijkheid nooit goed is doorgedrongen, wel anders. Het bestaan wordt nog altijd beheerst door sjamanen en natuurgenezers, bijgeloof en oeroude riten die leven en dood beheersen. Corruptie, oorlogen en dictatoriale regimes tieren er bovendien welig. 

Kortom, ik zie niet in waarom het geestelijk klimaat in Nederland, of het Westen het de Here God méér zou verhinderen wonderlijke dingen te verrichten, dan in enig ander continent of land op de wereld. En als God iemand niet geneest of bevrijdt in Nederland zie ik niet in waarom Hij het in Nigeria ineens wel zou doen.

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   

© Tjerk W. Muller, Den Haag, 2002

terug naar de discussiepagina


Noten

1. Wim van de Berg had daar ook al over geschreven: wie het tongenschrift van de profeet aanraakt, begint te waggelen en/ of valt achterover. Zie W. van de Berg: Gods heerlijkheid in Nigeria

2. Lee Grady Nigerian Pastors Take Stand Against Occult Leader

3. Joël News Nieuwsbrief 136-2

4. Zie Onderscheid ware en valse profeet onduidelijk - maart 2002

5. Gaat waarschijnlijk terug op deze uitspraak van T.B. Joshua: "In a week I deliver contrary spirit carriers (Ogbanjes), witches and wizards (about 1000 of them). They are not ordinary human beings. Some are half human and half fish. So if you eat fish you can not deliver them."  (Citaat gevonden in T.B. Joshua "To Deceive Even The Elect ..." an exposé on T.B. Joshua of The Synagogue, Church Of All Nations by Sandy Simpson, 3/01)

6. De profeet T.B. Joshua in Lagos

7. "De duivel imiteert God, niet omgekeerd", Visie 24-4-2002

8. Op de Vergadering-site vallen drie lezingen van W.J. Ouweneel te beluisteren onder de titel "Komt er een opwekking in Nederland?"

 9. Ik verwijs naar het artikelen in de EO-Visie van 9-3-2002 van de hand van Gianni Brisson, het artikel van W. van de Berg: Gods heerlijkheid in Nigeria, en het verslag van Ouweneels reis naar Nigeria: De profeet T.B. Joshua in Lagos

10. B. Becking, J.H. Engelbert, Eén God alleen...? Over monotheïsme in Oud-Israël en de verering van de godin Asjera, Kok, Kampen, 1998.

11. Vreemde profeet, vreemde aanhang, Nederlands Dagblad, 20 april 2002

12.  In de Oud-Testamentische wetenschap wordt wel aangenomen, dat bepaalde bedreigende woestijndieren die in de Psalmen de revue passeren, dichterlijke verwijzingen zijn naar demonische gestalten (bv. Ps. 22:13-14) Verder valt te wijzen op de figuur van de Leviathan, een reusachtige waterslang (vgl. Ps. 74:14 & 104:26, Jes 27:11 en Gen.3) de demonische wereldrijken van Daniël 7, en de gestalte waarin de cherubische engelen worden voorgesteld bij Ezechiël (Ez. 1) in vergelijking met de Babylonische beschermgeesten (let op de vleugels). Overigens ben ik de eerste die toe zal geven dat de voorstelling van mensen die bestaan uit half mens, half vis van een primitievere aard is dan de voorstellingen zoals we die in de Bijbel vinden, waar een grote mate van dichterlijke fijnzinnigheid achter schuilgaat. 

13. De argumentatie die ik hier volg betekent dus ook niet, dat allerlei heidense elementen maar onkritisch overgenomen kunnen worden, omdat Israël in de vormgeving van haar geloofspraktijk putte uit voorstellingen en handelingen die voorhanden waren. 

Met de opkomst van postmodernisme en New Age is er onder veel Westerlingen een stijgend verlangen naar een ontsnapping in het irrationele, een overgave aan het Goddelijke, dat ook in de Christenheid zijn uitwerking niet mist. Spreken in tongen is niet meer genoeg, er moet gevallen worden in de Geest, gelachen in de Geest, soms wordt er zelfs geblaft en gebruld in de Geest. Zulke vormen van extase, ook tongentaal, komt ook bij religieuze tradities voor zoals het sjamanisme. De reguliere kerken hebben dit soort uitingen al vanaf de eerste eeuwen na Christus met argwaan en afwijzing gadegeslagen, zodat christenen die dit praktiseerden zich vanaf de Vroege Kerk tot de 19e eeuw in de marge van de Christenheid bevonden. 

Christenen zouden er goed aan doen met elkaar na te denken over de criteria voor het overnemen van heidense denkbeelden en gebruiken. Zulke zouden kunnen zijn: 

  1. Wat maakt de voorstelling of het gebruik duidelijk over God? De indeling van de Tempel in Jeruzalem, in voorhof, heilige en allerheiligste bijvoorbeeld vinden we ook al bij de tempels van de Egyptenaren. Dat is op zich geen punt: het kon de mensen in die tijd door de bekendheid van de indeling juist wel heel concreet zaken leren over God.
  2. Om in architectonische termen te blijven: Is één en ander tot opbouw van de Gemeente? (vgl. I Kor. 14:1-6 ) Veel wonderbaarlijke zaken, zoals goud in de mond, religieuze blabla, bijzondere krachten en spirituele ervaringen zijn gewenst vanuit een individuele behoefte, niet vanuit de behoefte om de Gemeente van God te dienen en op te bouwen. 
  3. Helpt het mensen om te leven zoals God hen heeft bedoeld? Brullen als een beest doet dat niet, praten in niet-talige spraak mijns inziens ook niet, maar genezen worden van kanker of verminking wel, evenals bevrijd worden van een kwaadaardige, zelfdestructieve waanzin, van magie, en van duistere karakterkanten. 
  4. In het verlengde daarvan: Zet het de mens in zijn rol als verantwoordelijk schepsel, als beeld van God? Wie zich overgeeft aan het irrationele, om te rusten in het Goddelijke moet zich afvragen inhoeverre hij nog gestalte is van het adagium dat de 'geesten van de profeten aan de profeten onderworpen zijn' (I Kor. 14: 32). Is hij verantwoordelijk, of gebruikt hij God als opium?

14. Bert Panhuise T.B. Joshua (21) Uitdaging mei 2002, blz. 33. Foto op blz.35

15. Henk van Zonneveld En zij baarde, na veertien maanden zwangerschap, een mannelijk kind, Uitdaging juni 2002, blz. 27

16. T.J. de Ruiter T.B. Joshua, zijn prediking en onderwijs Uitdaging mei 2002, blz. 35

17. T.B. Joshua Sermon vol. 4, nr.5 'Faith Cannot Take A Day Off.pdf' p.4 

18. T.B. Joshua Sermon vol. 4, nr.13 'Jesus In The Power Of Holy Ghost pdf' p.3

19. Wie bijvoorbeeld Sandy Simpsons T.B. Joshua "To Deceive Even The Elect ..." an exposé on T.B. Joshua of The Synagogue, Church Of All Nations doorleest, merkt dat de toon ronduit sarcastisch is. Als Joshua op de vraag waarom hij een vegetariër is antwoordt dat hij niet als vegetariër geboren is, sneert Simpson: "Ten eerste wordt niemand geboren als vegetariër. Wat een dom antwoord op een ongestelde vraag. We zijn allen in staat om allerlei soorten vleesprodukten te eten en te verteren." Daarmee doet Simpson T.B. Joshua geen recht. Wat Joshua probeert te zeggen is zo helder als glas: God heeft hem niet zoals sommige Godsmannen vanaf zijn geboorte bevolen af te zien van bepaald voedsel (vlg. Richt.13:5-7). Hij is er later toe gekomen om af te zien van vlees. 

Simpson leest alles wat Joshua zegt onwillig. Als deze zegt: "Jezus Christus is de bron van mijn kracht. Zonder zijn hulp zal ik vallen. Hij is mijn sterkte. Hij is mijn kracht. Hij is mijn onderhouder. Hij is mijn alles. Zonder Hem, ben ik niets. Ik kan geen enkel wonder doen, teken of wonderwerk doen zonder de hulp van Jezus Christus door de Heilige Geest" vraagt Simpson spottend: "Oh, dus Jezus Christus is het 'support-team' van T.B. Joshua? Als Joshua werkelijk een gelovige zou zijn zou hij toegeven dat niets dat hij doet überhaupt van hem komt, maar alleen van Jezus Christus. Maar aangezien Joshua duidelijk een sjamaan is wordt Jezus Christus een hulp die Joshua's bediening moet steunen." 

Deze manier van becommentariëren is stuitend. Simpson valt hiermee zelf eveneens door de mand als iemand die erop gebrand is alleen maar kwaad te lezen in de woorden van Joshua. Hij draait wat deze zegt letterlijk 180° om, en maakt er precies het tegenovergestelde van. Joshua zegt precies wat Simpson verlangt, en deze gaat zitten vissen op het woord 'hulp', dat eenvoudig aansluit bij bijbels taalgebruik (Ps. 33:20, Ps.79:9).

In die zin valt het oordeel van Ouweneel op sommige kritiek wel te begrijpen. Evenwel zal hij moeten toegeven dat er tussen alle scherpe vragen die bijvoorbeeld Simpson stelt, ook hele goede zitten. Bijvoorbeeld de vraag hoe Joshua's stelling dat zijn 'God een Universele God is' en de naam van de kerk, verband houden met een foto van Joshua waarin een crucifix naast een poster hangt waarop de Koran wordt geciteerd, dat er geen god is dan Allah.

 

Foto overgenomen uit T.B. Joshua "To Deceive Even The Elect ..." an exposé on T.B. Joshua of The Synagogue, Church Of All Nations by Sandy Simpson, 3/01


Relevante links


Aantal bezoekers sinds 2 juni 2002:

Microsoft Explorer 4.x is het meest geschikt om deze site optimaal weer te geven.

 


UNIVERSI FINIS VERITAS!

Pagina Layout: Copyright © 1998 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 2 juni 2002
Pagina bijwerkt op: 16 juni 2002

 

 

Algemene disclaimer: 
Het is de bedoeling van de stichting Europese Apologetiek (verder aangeduid met: "de stichting") om wetenschap en onderzoek te bevorderen. Het is geenszins de bedoeling van de stichting of van de evtl. auteurs van artikelen om mensen te kwetsen of hen een slechte naam te geven, maar integendeel te helpen qua rationele inzichten en te waarschuwen voor mogelijke gevaren, zoals sekten en andere dubieuze bewegingen. De inhoud van de artikelen, recensies, enz. vertegenwoordigt de mening van de auteurs en niet per se van de stichting. 
M.b.t. het toeschrijven van sommige (bijv. sektarische, onethische, irrationele, bijgelovige, occulte, enz.)  eigenschappen aan bepaalde groepen, stromingen of individuen op webpages van deze site: het gaat hier alleen om meningen en niet om stellingen van juridische kracht; er wordt alleen aangegeven dat er mogelijkheid is voor het toewijzen van die eigenschap(pen) aan de genoemde groepen. Dit geldt ook voor de keuze van links naar andere sites, of links naar offsite artikelen. 
Hiermee bent u, bezoeker van deze site, erop attent gemaakt dat de pagina's en de links op deze site, u kunnen confronteren met kritische meningen. Het is geheel uw eigen verantwoording als u ervoor kiest om verder te gaan kijken en de stichting stelt zich hiervoor niet aansprakelijk.