Over Atheïsten en hun gebrekkige vaders

Bespreking van het boek Faith of the Fatherless, The Psychology of Atheism van Paul Vitz

 

Navigatietips:

Algemene disclaimer: zie onderaan

 


Bibliografische gegevens

Vitz, P., Faith of the Fatherless. The Psychology of Atheism, Dallas: Spence Pub, 1999.
174 pag; ISBN: I-890626-12-0 (hardcover).
Bestellen via
:


Inhoud

 


Copyright © 2000, Jacques van der Meer, Tilburg

In tegenstelling tot haar pretentie van zuivere rationaliteit, ontstond het moderne atheïsme vanuit de irrationele, vaak neurotische en psychologische behoeften van een kleine groep invloedrijke denkers. Paul Vitz, hoogleraar in de psychologie aan de Universiteit van New York onderwerpt deze apostelen van het moderne denken aan dezelfde psychologische analyse, waarmee zij de religie wilden verwerpen. De psychologische bron van hun soms agressieve vorm van atheïsme komt voort uit de afwezigheid van een goede vader in hun leven.

In tegenstelling tot wat Sigmund Freud altijd beweerd heeft, biedt zijn projectietheorie een meer bevredigende verklaring voor het ontstaan van het atheïsme, dan dat het een goede verklaring biedt waarom mensen religieuze overtuigingen hebben. Paul Vitz toont in zijn boek The Faith of the Fatherless aan, dat het opvallend is dat veel vooraanstaande atheïstische intellectuelen uit de geschiedenis gekenmerkt worden door een verstoorde verhouding met hun vaders.

Paul Vitz (1935), hoogleraar psychologie aan de New York University houdt zich al jarenlang bezig met de verhouding tussen de psychoanalyse van Freud en diens kritiek op religie. Freud stelde in navolging van Ludwig Feuerbach dat religie ontstaat uit een verlangen van de mens naar zekerheid en zin in het bestaan. God is daarbij niets meer dan een (onbewuste) wensdroom van de gelovige om te denken dat er een liefdevolle God bestaat. Net zoals een kind verlangt naar een liefdevolle vader, zo verlangt de gelovige naar een liefdevolle God. Daarom is elke religie gebaseerd op een illusie, omdat ze enkel voortkomt uit de vaak onbewuste behoefte van de menselijke geest.

Er zijn volgens Paul Vitz een aantal opvallende zaken met de projectietheorie van Freud.
In de eerste plaats heeft Freud zelf toegegeven dat de projectietheorie geen onderdeel uitmaakt van zijn psychoanalytische theorie, maar dat ze een uiting is van zijn persoonlijke voorkeur. Freud zelf stond bekend als een overtuigd atheïst.
In de tweede plaats is het opvallend dat Freud nooit de moeite heeft genomen om te bewijzen dat religie inderdaad aan de hand van de projectietheorie verklaard kan worden. Uit de vele casussen van zijn patienten die Freud in zijn boeken beschreven heeft, is nergens een beschrijving te vinden waarmee hij aantoont dat religie bij zijn patiënten inderdaad als een wensdroom (projectie) fungeert.
In de derde plaats zijn op grond van Freuds definitie alle prestaties van de menselijke vooruitgang met de projectietheorie te veklaren, inclusief zijn eigen psychoanalyse.

Volgens Vitz heeft Freud met de formulering van zijn projectietheorie de psychologie een uitstekend verklaringsmiddel in handen gegeven om het atheisme te verklaren.
Vitz start met een centrale notie binnen de psychoanalyse: het Oedipus complex. Het Oedipus complex is een verklaringsprincipe binnen de ontwikkelingsleer van Freud, gebaseerd op het Griekse mythologische verhaal van Oedipus die zijn vader dood om vervolgens met zijn moeder te trouwen. Op 3e jarige leeftijd ontwikkelt een jongetje een sterk sexueel verlangen naar zijn moeder. Tegelijkertijd ontwikkelt hij  haat en angst tegenover zijn vader die als sta in de weg de vervulling van dit verlangen naar zijn moeder dwarsboomt. In het onderbewustzijn leeft de haat en de angst verder in dromen en fantasieën. Volgens Freud is de oplossing van het Oedipus complex nooit definitief, en kan ze opnieuw geactiveerd worden in het latere leven. Het Oedipus complex is de bron van de later in het leven te onstanen neurosen.

Met zijn formulering van het Oedipus complex als de bron van alle neurosen, heeft Freud zonder het te willen een zeer helder model geformuleerd om de bron van het projectieve verlangen naar de verwerping van God te verklaren. Atheïsme is het Oedipale verlangen om de vader te doden en daarna zijn plaats in te nemen. 

Vitz formuleert op basis van het Oedipus complex een nieuw model: de "gebrekkige/afwezige vader hypothese". Deze dient als uitgangspunt naar zijn onderzoek bij de levens van een aantal vooraanstaande atheïsten uit de geschiedenis.    
Vitz toetste zijn hypothese door de levens van een groep belangrijke atheïsten uit de geschiedenis te nemen. Daarnaast maakte hij een controlegroep, door op zoek te gaan naar biografische gegevens van een groep belangrijke gelovige denkers die in dezelfde tijd leefden. 

De levens van de belangrijkste atheisten uit onze westerse cultuur vertonen een sterke overeenkomst: vrijwel al deze atheïsten voldoen aan de door Vitz gestelde "gebrekkige/afwezige vader hypothese".  Des te feller het atheïsme, des te meer ze voldoen aan zijn hypothese.

Deze gebrekkige/afwezige relatie uit zich op een aantal manieren. Zo is er de verstoorde relatie door de afwezige vader, de misbruikende vader, of de tekortschietende vader. Vitz stelt dat door het negatieve beeld wat ontstaan is door de vader, de atheïst dit negatieve beeld op God geprojecteerd heeft. Het vaderbeeld van God wordt mede beïnvloed door het beeld wat een mens van zijn werkelijke vader had(heeft). Het beeld dat deze intellectuelen van hun vaders gevormd hebben is een traumatische. Als gevolg van de verstoorde vader relatie projecteert de atheïst de afwezigheid van God in dit bestaan. 
Vitz geeft voorbeelden van belangrijke atheïstische denkers. Friedrich Nietszche, David Hume, Bertrand Russell, Jean Paul Sartre, Albert Camus, Arthur Schopenhauer; (afwezige vaders). Thomas Hobbes, Jean Meslier, Voltaire, Jean d'Alembert, Baron d'Holbach, Ludwig Feuerbach, Samuel Butler, Sigmund Freud, H.G Wells; (gebrekkige vaders). Ook zijn belangrijke aanwijzingen te vinden in de levens van Adolf Hitler, Josef Stalin en Mao Zedong die voldoen aan de hypothese.

Om te onderzoeken of het vaderbeeld van de atheïsten daadwerkelijk van invloed kan zijn op het onstaan van hun atheïsme, onderzoekt Vitz de levens van belangrijke religieuze denkers die in dezelfde tijd leefden als de atheïsten.  De controlegroep bestaat uit een groep vooraanstaande religieuze denkers, zoals Blaise Pascal, George Berkeley, Joseph Butler, William Paley, John Henry Newman, Søren Kierkegaard, Karl Barth, Friedrich Sleiermacher, Diettrich Bonhoeffer, e.a. Het blijkt dat bij al deze denkers er een goede relatie bestond met hun vader, en dat ook het beeld van hun vader goed was. Het verschil met de groep atheïsten is te duidelijk om het als toeval te laten gelden.

Kan atheisme verklaard worden met de projectietheorie?

Het is opvallend met hoeveel gemak atheïsten de projectie theorie van Freud aanhalen om religie af te doen als een wensdroom van de gelovige. Het valt op wanneer men weet dat er nog nooit gefundeerd psychologisch onderzoek naar gedaan is, en dat Freud die deze theorie gebruikte nooit enig bewijs ten gunste heeft geleverd. In Nederland mag Herman Philipse zich graag beroepen op de projectie theorie van Freud, om de religie als irrationeel te verwerpen. Wat Paul Vitz in zijn boek laat zien, is dat de projectietheorie juist een veel betere verklaringsmethode is voor het onstaan van het atheïsme. En Vitz geeft er nog bewijs voor ook.

Maar is het niet erg simpel wat Vitz doet? Kan Vitz op grond van een kleine onderzoeksgroep wel zulke conclusies trekken? Vitz maakt duidelijk dat hij niet van mening is dat we nu voor eens en voor altijd het atheïsme verklaard hebben. Hij maakt duidelijk hoe complex de menselijke geest werkt en hoeveel andere factoren er vaak in het spel zijn die iemand doen besluiten om het bestaan van God te accepteren of te verwerpen. Vitz wijst in dit verband dan ook op het feit dat het geloof in God slechts in beperkte mate een intellectuele kwestie is, maar sterk afhangt van psychologische factoren. De keus voor een geloofsovertuiging wordt voor een groot gedeelte (bewust of onbewust) bepaald door de menselijke wil.

In mijn artikel atheïsme en cognitieve dissonantie heb ik enkele voorbeelden gegeven van bekeringen tot het christelijk geloof die gekenmerkt werden door een hevige psychologische weerstand voorafgaand aan de bekering. Je vindt deze weerstand bij bekende mensen zoals Aurelius Augustinus en C.S. Lewis. In hun autobiografische literatuur leggen zij getuigenis af van dit proces.

Slot

Vitz heeft met zijn boek willen laten zien dat het hardnekkige argument van atheïsten, dat religie voortkomt uit een irrationele behoefte, veel beter van toepassing is op het atheïsme zelf. Atheïsme is een vorm van projectie, waarbij de atheïst als gevolg van onbewuste psychologische factoren God verwerpt. Ondanks dat  religie op een complexe wijze tot stand komt en niet eenvoudig verklaard kan worden door een enkele factor, toont Vitz op z'n minst aan, dat als de projectietheorie een goed verklaringsmodel is, deze het beste toegepast kan worden op het atheïsme. Dat is de belangrijkste conclusie wat dit boeiende en uiterst vlot leesbare boek ons kan leren.

over de auteur van het boek: Paul Vitz (1935) haalde zijn Ph.D in de psychologie aan de Stanford Unversiteit en is net als zijn vrouw Evelyn Birge Vitz, hoogleraar psychologie aan de New York University. Eerder verscheen van zijn hand: Psychology as Religion: The Cult of Selfworship; Modern Art and Modern Science; Sigmund Freud's Christian Unconsious.

 

Copyright © 2000, Jacques van der Meer, Tilburg

Verwante artikelen:

 

 


Aantal bezoekers sinds 27 maart 2000:

 


UNIVERSI FINIS VERITAS!

 

Pagina Layout: Copyright © 1998-1999 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 27 maart 2000
Pagina bijgewerkt op:

Algemene disclaimer: 
Het is de bedoeling van de stichting Europese Apologetiek (verder aangeduid met: "de stichting") om wetenschap en onderzoek te bevorderen. Het is geenszins de bedoeling van de stichting of van de evtl. auteurs van artikelen om mensen te kwetsen of hen een slechte naam te geven, maar integendeel te helpen qua rationele inzichten en te waarschuwen voor mogelijke gevaren, zoals sekten en andere dubieuze bewegingen. De inhoud van de artikelen, recensies, enz. vertegenwoordigt de mening van de auteurs en niet per se van de stichting. 
M.b.t. het toeschrijven van sommige (bijv. sektarische, onethische, irrationele, bijgelovige, occulte, enz.)  eigenschappen aan bepaalde groepen, stromingen of individuen op webpages van deze site: het gaat hier alleen om meningen en niet om stellingen van juridische kracht; er wordt alleen aangegeven dat er mogelijkheid is voor het toewijzen van die eigenschap(pen) aan de genoemde groepen. Dit geldt ook voor de keuze van links naar andere sites, of links naar offsite artikelen. 
Hiermee bent u, bezoeker van deze site, erop attent gemaakt dat de pagina's en de links op deze site, u kunnen confronteren met kritische meningen. Het is geheel uw eigen verantwoording als u ervoor kiest om verder te gaan kijken en de stichting stelt zich hiervoor niet aansprakelijk.